van den russischen generalen staf verijdeld en de gansche gevreesde strijdmacht der overweldigers schaakmat gezet. Om de groote beteekenis van Osman-pacha's stelling beter te begrijpen, willen wij in het kort de belangrijke krijgsbedrijven in herinnering brengen, die Plevna's val vooraf gingen.
Nadat de russische legers met eene geweldige overmacht den Donau overgetrokken waren, voorspelden zelfs de voornaamste krijgskundigen Turkije's aanstaanden val, te meer daar de Russen snel en ongehinderd in het zuiden voortrukten, Tirnova bereikten, de Balkanpassen forceerden en zich in het hart van Turkije, in Rumelië, nestelden. Suleimanpacha streed ver in het westen tegen de Montenegrijnen, en de zwakke generalissime Abdul-Kerim bleef werkeloos in den turkschen vestingvierhoek opgesloten. Turkije scheen verloren, toen de dappere en ondernemende Osman-pacha de redder van het zwaar beproefde land werd. Met hoogstens 20.000 kloeke manschappen rukte hij uit Widdin zuidoostwaarts, bezette den 18 juli plotseling Plevna en bedreigde aldus de russische aftochtslinie. Wel beproefde generaal Schilder-Schuldner hem in de gevechten van den 20 en 22 te verdrijven, maar de aanval mislukte, evenals een woedende stormloop van baron Krüdener (30 juli), die met bebloede koppen en verlies van een goed deel zijner troepen plotseling den terugtocht moest aannemen. Sedert dien tijd handhaafde Osman-pacha zich in Plevna niet alleen, maar herschiep het onbekende, nietige stadje in eene geduchte vesting, omringde het met aardewerken, schansen en redoutes, die de bewondering van alle deskundigen opwekten, en stelde paal en perk aan het voortdringen der Russen. Generaal Gurko moest de verovering van Rumelië opgeven, daar hij geene nieuwe versterkingen kon ontvangen; het leger van den kroonprins aan de Lom moest een gedeelte zijner troepen aan de Plevna bewakende troepen afstaan, en was daardoor buiten staat iets ernstigs tegen den vestingvierhoek te ondernemen, waardoor ook generaal Zimmermann met zijne in de Dobrudscha staande troepen tot werkeloosheid veroordeeld was. Het geheele russische krijgsplan was dus met één slag in duigen gevallen en de keurtroepen van den czaar moesten tegen den ondernemenden Osman-pacha aangevoerd worden. Nog meer. Rusland, dat op een gemakkelijke zegepraal gehoopt en daarom slechts een gedeelte zijner troepen gemobiliseerd had, zag zich door Osman-pacha's tactiek niet weinig gedwarsboomd, moest zelfs zijne garde naar het oorlogstooneel roepen en de hulp aanvaarden der Rumeniërs, die men liever geheel buiten het gedrang gelaten had. Het is zelfs Ruslands schuld niet, zoo de kleinmoedige Serviërs niet vroeger aan den oorlog hebben deelgenomen en eerst na Plevna's val ten strijde durfden trekken.
Het was voor de Russen eene levenskwestie Osman-pacha te bedwingen en het met zooveel heldenmoed verdedigde Plevna ten val te brengen. Zoolang dit niet geschied was, bleef iedere ernstige onderneming hetzij oost- hetzij zuidwaarts ondoenlijk. Langzamerhand hadden zij ongeveer 100.000 man bij en om Plevna vereenigd, en talrijk waren, vooral in de maand september, de aanvallen en bestormingen der Russen en Rumeniërs, waarin die op de beruchte Grevitza-redoute wel de bloedigste waren. Iedere aanval werd echter met onvergelijkelijkenheldenmoed afgeslagen, elke bestorming kostte den Russen honderden, soms duizenden manschappen. Osman-pacha's 50 à 60.000 manschappen hielden een meer dan dubbele overmacht in bedwang en de standaard van den Profeet bleef uitdagend boven Plevna's wallen wapperen.
De Russen zagen thans in, dat de zoo roemvol verdedigde vesting niet door geweld te nemen was. Toen werd de leiding der operatiën aan den bekwamen en reeds bij den Krimoorlog van 1854 tot 1856 met roem bekenden inspecteur der russische vestingen, generaal Tottleben, toevertrouwd, die geheel van tactiek veranderde, alle roekelooze bestormingen deed staken en het er op toelegde, Plevna geheel van de buitenwereld af te sluiten. Dit gelukte: de zich in het bezit der Turken bevindende schansen ten westen van de vesting op den weg naar Sofia, werden den 24 october en volgende dagen door de Russen veroverd en Plevna daardoor volledig ingesloten. Hiermeê was nu Osman-pacha de mogelijkheid afgesneden, nog langer aanvoer van levensmiddelen en ammunitie te verkrijgen en hij dus geheel aan zijn eigen hulpbronnen overgelaten.
Van dat oogenblik was de val van Plevna nog slechts eene kwestie van tijd. Ontzet van buiten was zeer onwaarschijnlijk vooral met het oog op de onbekwaamheid en het gebrek aan krachtdadigheid der overige turksche bevelhebbers; en de sterke schansen met zware batterijen beplant, die als een geduchte steenen en ijzeren kring rondom de vesting verrezen, gevoegd bij de groote overmacht der Russen en Rumeniërs, maakten het doorbreken van dien welbewaakten kring zoo goed als onmogelijk. Osman-pacha bleef echter standhouden: kon hij de verovering van Bulgarië en misschien van Rumelië door den russischen indringer al niet verhinderen, hij kon haar vertragen en iedere dag uitstel moest, vooral met het oog op den naderenden winter, kostbaar zijn. De kloeke turksche bevelhebber heeft het dus zoo lang uitgehouden als er levensmiddelen voorhanden waren, en toen de honger hem naar buiten dreef, heeft hij de lange worsteling op eene wijze willen eindigen die zijn verleden waardig was, namelijk met een onstuimigen uitval, met eene geweldige poging om door de vijandelijke insluitingslinie heen te breken.
Maandag, 10 december, had de groote uitval plaats; reeds in den nacht hadden de Turken de meesten hunner buitenwerken ontruimd, slechts in enkele schansen eene zwakke bezetting achterlatende, om des vijands aandacht zooveel mogelijk af te leiden. 's Voormiddags omstreeks 7 uur trokken de Turken met een groot aantal kanonnen en een langen legertros over de rivier de Wid, in noordwestelijke richting van de stad, in de nabijheid van het punt, waar de Grevitza-beek in den stroom valt; het plan was eene uiterste poging te wagen, om zich hier door de rurneensche posities heen te slaan en te trachten den straatweg naar Widdin te bereiken. Het was eene wanhopige onderneming, doch Osman-pacha meende ze aan de turksche wapenen verschuldigd te zijn, te meer daar de pogingen tot eene eervolle capitulatie, eenige dagen te voren beproefd, afgestuit waren op den eisch van het russische hoofdkwartier, dat de turksche bevelhebber zich tot prins Karel van Rumenië behoorde te vervoegen, en Osman-pacha zich niet aan den voormaligen vazal van de Porte wilde overgeven.
De Turken wierpen zich met onweêrstaanbare dapperheid op de eerste liniën der rumeensche troepen; woedend bestormden zij de verschansingen die hun den weg versperden; binnen weinige minuten waren ze beklommen en genomen: het grenadiers-regiment Sibirsky werd grootendeels vernietigd; de Rumeniërs werden teruggedrongen en het gelukte den Turken zelfs eene batterij van acht kanonnen te veroveren. Steeds verder drongen de stoute aanvallers door, doch weldra geraakten zij tusschen een vernielend kruisvuur van ongeveer honderd stukken geschut; van het oosten en het zuiden rukten versche regimenten aan om de Turken tot staan te brengen, en toen deze op de tweede insluitingslinie stieten, had er eene geweldige worsteling plaats, waarbij de Turken met den moed der wanhoop den ongelijken strijd volhielden, terwijl de Russen, van hunne zegepraal zeker, alle pogingen aanwendden, om den insluitingskring gedurig nauwer toe te halen en geen enkelen vijand te laten ontsnappen.
Tot twaalf uur in den middag werd de strijd voortgezet. Osman-pacha werd aan het been gekwetst, honderden zijner manschappen waren gevallen; er bestond niet de minste kans de linie van insluiting te verbreken, daar de belegeraars allengs grooter macht op het bedreigde punt saamgetrokken hadden; toen poogde de ongelukkige bevelhebber op zijne schreden terug te keeren en Plevna opnieuw te bereiken - te laat: de verlaten stellingen waren door den vijand bezet en de russische vlag wapperde reeds op de wallen der met zooveel mannenmoed verdedigde vesting. Er bleef Osman-pacha niets ander over dan zich met het overschot van zijn leger over te geven. Van beide zijden verstomde het vuur en een half uur later was de capitulatie geteekend. Osman-pacha gaf zich met zijn geheel leger aan den overwinnaar over, nadat de laatste worsteling hem nog op een verlies van 3000 dooden en gewonden was te staan gekomen. Bij deze capitulatie vielen den Russen behalve Osman-pacha 10 pacha's, 128 stafofficieren, 2000 andere officieren, 30.000 infanteristen, 1200 ruiters, 80 kanonnen en de geheele legertrein in handen. De Russen zelven hadden dien dag niet meer dan 1500 man verloren, maar toch komt de overwinning hun duur genoeg te staan. De maandenlange belegering heeft hun niet minder dan 40.000 man hunner beste soldaten gekost, terwijl daarenboven minstens 100.000 manschappen gedurende al dien tijd werkeloos moesten blijven liggen.
Osman-pacha werd door de Russen met al den eerbied, aan zijn ongeluk en zijn heldenmoed verschuldigd, ontvangen. De czaar zond hem onmiddellijk na de overgave zijn degen terug, grootvorst Nicolaas en zijn gevolg ontvingen hem met ondubbelzinnige blijken van bewondering, terwijl hem te Bogot, waar hij voorloopig als krijgsgevangene heengevoerd werd, eene eerewacht werd geschonken en hem dezelfde eerbewijzen ten deel vielen, die men een russischen opperbevelhebber bewijst. Ook in de officieele russische berichten wordt met den grootsten lof over den heldhaftigen vijand gesproken en de russische dagbladpers zwaait hem mede den hoogsten lof toe.
Met Osman-pacha's leger is de laatste turksche krijgsmacht bezweken, die den Russen nog met vrucht weerstand kon bieden, zoodat Turkije de worsteling nog wel eenigen tijd kan voortzetten, maar geen hoop meer kan hebben op de eindelijke zegepraal zijner wapenen.