De kookkunst in Londen.
Het is reeds dikwijls genoeg gezegd, dat het engelsche volk zeer veel houdt van goed eten en drinken; menige lord heeft dan ook voor zijn kok of bottelier meer eerbied dan voor den lordkanselier der kroon. De engelsche botteliers hebben echter hun tijd gehad, dat wil zeggen, het keuken-departement is aan hun beheer onttrokken en in vrouwenhanden overgegaan. Of milord er beter om eet, is zeer twijfelachtig, dewijl de engelsche meisjes, grootendeels, even vreemd zijn in de keuken als milord zelf. Er bestaat dus eene leemte in de opvoeding en om daarin te voorzien, heeft John Bull eene school opgericht, waar onderwijs gegeven wordt in de edele kookkunst. Of er na het verlaten der school door de jonge dames een eind-examen moet afgelegd worden is ons niet bekend, doch zeer zeker zal elke echte Engelschman, die zich eene vrouw kiest, er prijs op stellen, dat zijne bruid zekeren graad aan de kook-academie heeft verkregen, dewijl hij daarvan gedurende zijn gansche leven de voorrechten geniet en de eer van het diploma op zijn tafel en in zijne huishouding terugkaatst.
De school zelve verheugt zich in een grooten bloei, want het is mode geworden, aan de inrichting ‘gestudeerd’ te hebben. De leerlingen beginnen met schotels wasschen en klimmen langzamerhand op tot het toebereiden der spijzen, waarna een cursus volgt, waarin de theorie van het koken wordt behandeld en eerst als men alle geheimen daarvan heeft doorgrond, wordt de ‘studie’ als geëindigd beschouwd. Onze gravure geeft een gezicht op die inrichting en verklaart zich, na het gezegde, te duidelijk om er nog een woord bij te voegen.