Kardinaal Joachim Pecci,
camerlengo van het Heilige Roomsche Rijk.
De waardigheid van camerlengo van het Heilige Roomsche rijk is een der gewichtigste bedieningen aan het Vaticaan. Toen de Pausen nog in het bezit van den Kerkelijken Staat waren, vertegenwoordigde de camerlengo, bij het openstaan van den Heiligen Stoel, de souvereiniteit van het Rijk en zorgde voor de uitvoering der besluiten van het collegie der kardinalen. De camerlengo bezat zelfs het recht munt te doen slaan, die van zijn eigen beeltenis voorzien was. Deze waardigheid is reeds zeer oud. Zij stamt af van den tijd toen de Kerk, onder den eersten kristen keizer, Constantijn, de katakomben verliet; de Pausen verleenden toenmaals het oppertoezicht over alle zaken, die tot het wereldlijk beheer behoorden, aan een vice-domino, welke benaming later in het woord camerarius werd veranderd, waaruit het tegenwoordige camerlengo is ontstaan.
Gedurende de regeering van Gregorius XVI was de waardigheid van camerlengo opgedragen aan den kardinaal Thomas Riario-Sforza; na diens dood (15 maart 1857) benoemde Pius IX kardinaal De Angelis tot de gewichtige betrekking. Den 21 september jl. is kardinaal Joachim Pecci zijn inmiddels overleden voorganger opgevolgd en daardoor tot de hoogste kerkelijke waardigheid, na den Paus, verheven.
De nieuwbenoemde werd den 2 maart 1810 te Carpineto, in den Kerkelijken Staat, geboren en stamt af van eene aanzienlijke adellijke familie. Na zijne studiën aan het romeinsche collegie voleindigd te hebben, bezocht hij de academie te Rome, waar hij in de rechtsgeleerdheid en de theologie studeerde. Gregorius XVI benoemde hem den 16 maart 1837 tot zijn huisprelaat en referendaris; spoedig daarop bevond de jeugdige prelaat zich als pauselijk delegaat te Benevento en later te Spoleto. In 1843 werd Mgr. Pecci tot aartsbisschop van Damiate in Egypte benoemd, doch vertrok kort daarna als nuncius naar Brussel. Den 19 december 1853 ontving hij den kardinaalshoed; tot voor weinige maanden was Mgr. Pecci aartsbisschop van Perugia, in welke stad hij zich door zijne diepe geleerdheid, zijne apostolische deugden en heiligen levenswandel de algemeene achting mocht verwerven.