dier zuurstof toevoert. Ontvangen onze hersenen geen versche zuurstof, hoopt zich het koolzuur daarin op, of wordt dit door het bloed aangevoerd, dan verdwijnen de zinnen langzamerhand, men kan niet meer hooren of zien, men wordt bewusteloos.
Alle organen hebben dus voor hare verrichtingen zuurstof noodig. Zijn nu al deze organen in werking, dan moeten zij vermoeid worden, en het gevoel van vermoeienis ontstaat door de in de organen opgehoopte vermoeiingsstoffen. Dit laatste woord is geene uitvinding van ons, want de grootste scheikundigen hebben werkelijk zulke vermoeiingsstoffen aangewezen.
Zoodra de spier in werking wordt gesteld, heeft er in haar eene opvallende scheikundige verandering plaats. Dewijl namelijk de spier, als zij in rust is, geen spoor van zuur inhoudt, zoo bemerkt men in de werkzame spier een zuur, dat door Liebig en Berzelius als vleeschmelkzuur uit de spier is aangewezen. De hoeveelheid melkzuur is grooter, naarmate de spier sterker gespannen wordt.
Hoe meer wij werken, hoe meer melkzuur zich in onze spieren ophoopt. Ook in de hersens is melkzuur aanwezig en wij mogen gerust aannemen, dat het een scheikundig voortbrengsel is harer werkzaamheid.
Dat dit melkzuur wezenlijk eene vermoeiingsstof is, hebben de proeven op dieren genomen bewezen. Wanneer men melkzuur in de spieren spuit, nemen hare krachten beduidend af, terwijl door het uitwasschen de spieren hare krachten weêr hernemen.
Zoodra zich melkzuur in de organen opgehoopt heeft, is men vermoeid. Wil men de vermoeidheid verdrijven, dan moet het zuur verwijderd worden. Nu wordt het in 't lichaam aanwezige melkzuur door de zuurstof gemakkelijk geoxydeerd, d.w.z. de zuurstof verbindt zich gemakkelijk met de grondelementen van het melkzuur en vormt, als afvalsproducten, koolzuur en water. Op deze wijze worden de spieren van hare vermoeiingsstoffen ontlast.
Op deze feiten heeft Preger zijne leer der oorzaken van den slaap gegrond. Is namelijk zooveel vermoeiingsstof, d.i. melkzuur opgehoopt, dat de verschillende organen machteloos worden, dan moet al de opgenomen zuurstof gebruikt worden om deze stof te verwijderen. In plaats dat de zuurstof spieren, zenuwen en hersenen in de ontwikkeling hunner werkzaamheid hindert, wordt zij tot vernietiging der stof gebruikt, welke de krachten dezer organen verlammen. Wanneer daarenboven bij dag meer koolzuur uitgeademd wordt dan de opgenomen zuurstof noodig heeft - en wel bij zeer gering werk de dubbele hoeveelheid - dan is ook juist de tijd gekomen, om het lichaam de te weinige zuurstof te geven, welke gedurende den arbeid verbruikt is.
Deze dubbele werking - opname van zuurstof tot verdrijving van het melkzuur en opname van zuurstof tot aanvulling van het meerder verbruik van zuurstof bij dag - is de oorzaak, die ons spier- en zenuwstelsel voor een tijd verlamt. En zijn wij aan het punt gekomen, waarop deze organen door onttrekking van zuurstof niet meer werken, dan treedt de toestand in, welke zich vooral kenmerkt door de onderbreking der verrichtingen van de hersenen, die toestand namelijk, welken wij slaap noemen.
Dit is dus de slaap, welke de natuurwetten aan ons lichaam opdringen, als het zich moê gewerkt heeft. In welke verhouding de ziel tot het lichaam staat, weet de vriendelijke lezer misschien niet. Hij slape er echter niet minder gerust om. Dat er nog iets meer achter schuilt dan melkzuur is gemakkelijk te begrijpen.
(Slot volgt.)