Op de kermis.
Het is eene oude geschiedenis in een nieuw kleed gestoken, welke wij hier voor ons hebben. Een zoogenaamde spelle-baas vertoont aan het bijeen vergaderd publiek, twee negers, hoogst waarschijnlijk land- of stadgenooten van den wonderlijk gekleeden maar welbespraakten uitlegger, die hunne fratsen en vreemde grimassen willen doen doorgaan voor echte negerdansen, waarvan zij, zeer zeker, evenveel weten als het bewonderende publiek, dat er naar komt zien.
Zoowel als de schilderijen, die ons veldslagen te zien geven, waarin bloedplassen de hoofdrol spelen, zijn stukken van dezen aard gewoonlijk de vruchten van onrijpe talenten, die iets grootsch meenen voort te brengen, doch in wezenlijkheid zoover van de ware kunst verwijderd blijven, als de afstand tusschen de zon en de aarde is. De schilderij van Paul Meyerheim maakt daar echter eene gunstige uitzondering op, wat met een enkelen oogslag duidelijk is waar te nemen.
De kunstenaarsfamilie Meyerheim, vader en twee zoons, onderscheidt zich door een rijk talent, eene gelukkige opvatting van het onderwerp, eene in het oogvallende kleuren-rijkdom en een gezonde humor. Elk dezer kunstenaars heeft zijne eigenaardigheden, zijn eigen gebied, zijn eigen publiek. Alle drie zijn zij meesters in het genre, doch elk hunner vat het op zijne manier op en werkt het op zijne manier uit.
Paul Meyerheim mag met recht de schilder van het dierenrijk heeten. Even vaardig in de kleurenmengeling als in het penteekenen, hebben zijne schilderstukken en illustraties in de verschillende duitsche tijdschriften hem tot den lieveling van het publiek gemaakt. Niet alleen de dieren, maar ook de menschen in hun doen en laten weet hij met verrassende getrouwheid weêr te geven, en een zijner origineelste scheppingen op dat gebied is zeker ‘Op de kermis.’ De pochende zigeunerij, het goedgeloovige publiek, waaronder menschen van allen leeftijd en geslacht, de trouwe schets, het leven dat er in heerscht, de schilderachtige rijkdom van de kleinste bijzonderheden maken dit stuk tot een der beste producten, welke het duitsche genre nog heeft voortgebracht.
Paul Meyerheim is de tweede zoon van den genre-schilder Friedrich Eduard Meyerheim en werd in 1842 te Berlijn geboren. In het atelier zijns vaders, waar ook zijn oudere broeder werkte, deed hij zijne liefde voor de kunst op.
Dat hij van zijn vijftiende tot zijn achttiende jaar den leercursus aan de berlijnsche academie volgde, veranderde niets aan de omstandigheid, dat hij een leerling zijns vaders bleef. Vervolgens ging hij de wereld in, dat groote atelier voor alle studiën. Hij doorreisde Duitschland, Tyrol, Zwitserland, Nederland en België, overal schetsen der natuur nemende, in de steden op de museums de meesters bestudeerende. Te Parijs verbleef hij zeer lang en ook te Londen hield hij zich geruimen tijd op. Toen hij niet lang daarna te Berlijn zijn atelier opsloeg, verscheen ook spoedig zijn eerste stuk op de tentoonstelling der berlijnsche academie. In de kunstwereld zoowel als bij het publiek vond het een buitengewonen bijval, en bijna zonder eenigen strijd verwierf Paul Meyerheim den eerepalm.