De bevoorrechte.
De antwerpsche tentoonstelling, in het vorige jaar gehouden, heeft ons reeds meer dan eens gelegenheid geschonken tot het aanbieden van eene keurige gravure. Het tafereeltje, dat wij thans onder de oogen onzer lezers brengen, is vervaardigd naar een genrestuk van den nederlandschen kunstschilder H.J. Burgers, wiens voortbrengselen ook ver over onze grenzen hoog gewaardeerd worden. Burgers is meester van zijn penseel en men zou ook kunnen zeggen dat hij gelukkig was in de keuze van zijn onderwerp, wanneer dit meer aan toeval dan aan diep dichterlijk gevoel moest worden toegeschreven.
Er ligt een schier onnavolgbare aantrekkelijkheid in den toon van dat genrestukje, en men hoeft ook niet te vragen waar de personen thuis behooren, zij staan daar of men ze in levenden lijve voor zich ziet, niet slechts in het kleedsel, maar in de ganshe uitdrukking van hun wezen. De plaagziekte van den jongen varensgezel is even getrouw afgebeeld, als de vleiende onrust van de kat, die in angst verkeert over haar jong.
De graveerstift heeft zoo getrouw mogelijk het oorspronkelijke weêrgegeven, en het zal wel niemand verwonderen, dat het publiek hetwelk de tentoonstelling bezocht, algemeen de gunstigste verklaring aflegde over dit nieuwe voortbrengsel van Hein Burgers.