Wedren met varkens.
Het is inderdaad een curieus volksvermaak, een wedren met varkens! Nu, er bestaan in de Vlaamsche gewesten zoo'n wonderlijke volksvermaken, en daar zijn er reeds zooveel wonderlijke verdwenen, dat het hooger gemelde geene bevreemding baren moet. Zeker is het, dat vele van die vermaken wel wat verfijnd en beschaafd zouden kunnen worden. In alle geval is een wedren met varkens ruim zoo origineel als een wedren met graatmagere paarden, met koppige ezels, met massieve ossen of met hondenkarren.
Het schijilt dat dit varkenspleizier, of liever die varkensplagerij, want voor die dieren is het juist geen vermaak, nog al eens in sommige dorpen van Brabant wordt ingericht. Zoo vertelt men, dat wijlen de hertog van Arenberg, ruimer sprekende dan Hendrik IV, die den burger zondags slechts ‘een kieken in den pot’ wilde geven, den dorpeling een gansch varken in de kuip toewenschte, en, beter dan de wensch, hem in de gelegenheid stelde om er een te winnen.
De jockey's in dat spel zijn de vrouwen der gemeente, de varkens worden de paarden, de staart van het dier wordt de teugel; maar, ongelukkig voor de kampioenen, wordt die staart soms met vet, zeep of olie bestreken en in dit geval is het zeer moeielijk hem vast te houden.
Op een gegeven teeken grijpt iedere vrouw haar varken bij den staart en zij moet tweemaal het afgespannen renperk doorloopen, zonder dat het varken haar ontsnapt. Men lacht zich inderdaad krom met de aardige kuren en fratsen welke zich opdoen. Onder het gejubel en geroep der menschen, het geschreeuw en geknor der varkens - dit is het muzikaal gedeelte van het feest - vangt de loop aan.
Men zie de gravure en gij zult u, lezer, een denkbeeld kunnen vormen van de wonderlijke tooneelen welke te dezer gelegenheid plaats hebben. Hier rukt een varken de rijderes op den grond, daar snapt er een onder de koord door; ginder wordt er nog een bij het oor of den poot vastgehouden; verder stormt er een dolzinnig op de toeschouwers in, die het terugjagen of door het dier letterlijk worden overhoop geworpen.
De goede hertog van Arenberg, een man die het hart op de rechte.plaats had, had het program van het varkensfeest - 't was in 1872-echter zeer schikkelijk gemaakt; hij had eene der grootste moeielijkheden in den wedren ter zijde gelaten, namelijk het bestrijken van den staart met vet of olie. De huismoeders hadden dus meer vat aan den krulstaart, en meer dan eene vrouw kwam 's avonds met een goed gemest varken tluis. Dat het welkom was, laat zich gemakkelijk begrijpen!
Een varken in de kuip is de welvaart voor een ganschen winter in een huishouden, en dat had de hertog van Arenberg voortreffelijk begrepen. 't Was overigens het eenige niet wat hij deed om het lijden van zijne evenaasten te verzachten. Zijne linkerhand wist inderdaad nooit wat de rechterhand gaf!