De sneppen.
De sneppen zijn op onze tafels een keurig wild en vooral is dit het geval met de ‘watersnep.’ De lekkerbekken houden dien vogel voor een der beste beetjes; de jagers wijzen met eene zekere fierheid op de weitesch, als deze met dit wild gevuld is.
De snep hoort tot de familie der steltloopers en bevat verschillende soorten. Wij zullen ons echter slechts met de twee soorten bezig houden, in deze streken hoofdzakelijk gekend, namelijk met de bosch- en watersneppen.
De boschsnep wijkt van de andere soorten van steltloopers af; de schenkels zijn bij haar met veêren bekleed, hetgeen bij de andere het geval niet is. De bek is lang en week; de veêren hebben donkere dwarsche strepen. De boschsnep leeft in de bosschen, zooals haar naam aanduidt, en wordt daarom ook wel houtsnep geheeten.
Zelden nestelt en broedt ze in onze luchtstreek, maar wel in de wat noordelijk van ons gelegen landen. Bij het aanrukken der wintervlagen zakt zij af tot in Afrika, zelfs tot in zuidelijk China. Ten gevolge van dit reizen treffen wij haar in het najaar in onze landstreken aan. In het voorjaar keert de houtsnep naar eerstgemelde landen terug.
De watersnep leeft in de moerassige laagten, in de polder-, veengronden en in de lage vlakten of vennen onzer heiden. Bij haar is de schenkel niet met veêren bezet, zooals bij de houtsnep. Hare staartpennen zijn veertien in getal, en even als de eerstgenoemde snep, is haar broeiland het noordoostelijk deel van Europa.
Daar echter, zoo beweert Schlegel, nestelt zij zeer dikwijls in het hout en zet zich ook, in den paartijd, op de boomen neêr. Eens de tijd van verhuizen gekomen, zakken de watersneppen op het zuiden af en velen van hen bereiken Bengalen, China en de Philippijnen. Het is op dien tocht, dat zij zich dikwijls zoo talrijk over ons land en verder op verspreiden, om even als de houtsnep in het voorjaar naar het geboorteland terug te keeren.
Eene soort van snep, uit dezelfde landstreek afkomstig, doch die hier zoo veelvuldig niet gezien wordt, is de poelsnep (de gallinago major, terwijl de gewone snep de gallinago scolopanica is) terwijl de grootste snep, de braziliaansche is, die zelfs de hout- of boschsnep in grootte te boven gaat.