Volksfeesten in de Nederlanden.
Wij hebben reeds vroeger eenige bijzonderheden over de volksspelen in de Nederlanden meêgedeeld. In elke provincie, zoowel in het zuiden als in het noorden, bestaan er nog van die spelen, welke in andere gewesten gansch vreemd zijn. Het is alsof elk gewest iets heeft willen overhouden uit de dagen zijner afzondering. Eene algeheele versmelting van de zeden en gewoonten is dus eene onmogelijkheid.
Een der meest karakteristieke provinciën van Noord-Nederland is voorzeker wel de provincie Zeeland. Even als de Fries, behoudt de Zeeuw zijne zeden en gewoonten van vroeger dagen. Hij kleedt zich niet naar de mode, ofschoon wij moeten bekennen dat vele zeeuwsche vrouwen, in de laatste jaren, erg het oor openen voor de aanloksels van de parijzer mode, en zij, ten minste als zij buiten hare provincie gaan, zich onkennelijk maken door de kleeding van de gewone menschen aan te nemen.
Welnu, zij hebben ongelijk: geen hoed, geen chignon, geen kleed met volants kunnen haar zoo elegant staan als die tooi, haar van vader tot vader overgeleverd, en terwijl zij in dat kleed aller oogen tot zich trokken, worden zij in het hedendaagsch modekleed door niemand gezien, tenzij door straatjongens die er meê lachen, omdat de menschen toch zoo wonderlijk toegetakeld zijn met pouf en chignon.
De mannen behouden veel trouwer hunne kleeding: de eigenaardige vorm van het hoedje, de korte broek, de zilveren knoopen aan deze, herinneren u het costuum van voor honderden jaren.
In het binnenste hunner huizen zijn de Zeeuwen juist zoo behoudend niet gebleven als in hun kleedsel; zij hebben daar het comfort gevolgd, dat de tijd meêbracht. In de 17. eeuw (1663) bezocht een fransch schrijver van aanzien, deze provincie en hoofdzakelijk de hoofdstad Middelburg en roemde onder ander de uiterste zindelijkheid der huizen.
Zoo vertelde hij, dat beneden het stadhuis eene slachterij of, zoo als wij zeggen, eene beenhouwerij was ingericht, qui serait vne chose fort vilaine ailleurs, mais elle est si propre, que c'est vn ornement et je pvis dire sans mentir qv'elle l'est qve les sales des grandes maisons de France. Zoodat die slachterij zindelijker was dan de zalen in de voorname huizen in Frankrijk! Nu 't is waar ook, dat Frankrijk niet altijd uitblinkt in properteit.
Destijds waren de huizen reeds met marmer geplaveid, de muren met geverniste (!) en gekleurde steentjes bezet, en de glasruiten waren beschilderd. Men mag er uit opmaken, dat als zich die weelde in vloer, wand en venster opdeed, het overige naar evenredigheid weelderig geweest is.
Dezelfde gewoonten welke nu nog in voege zijn, werden reeds voor eeuwen opgemerkt. Nog wordt er een garf stroo aan den deurstijl gebonden, ten teeken dat er een doode in huis is. Wordt de garf rechts geplaatst, dan is de doode een man; links, eene vrouw. Een palmtak op het stroo geplaatst, duidt aan, dat de doode een jongeling was vne avtre herbe, dat het eene jonge dochter is.
Aan dergelijke eigenaardigheden is Zeeland rijk, ofschoon het protestantism, die prozaïsche, koude en ziellooze godsdienst - indien men dat laatste woord zelfs op hem mag toepassen - vele recht schoone gebruiken van hunne ware bestemming heeft vervreemd.
Hoe het zij, de Zeeuwsche eilanden zijn, onder alle gezichten, waard om door ons, hunne naburen, bezocht te worden en op een dier bezoeken zou men in dit of dat dorp wel eens kunnen getuige zijn van het spel, dat wij hier afbeelden, namelijk het achteruit loopen, hetgeen, even als het blindemanneke in het Walenland, aanleiding geeft tot zeer komieke tooneelen.
Van wijd en zijd komt de bevolking, hetzij te voet, hetzij per schuit, hetzij in speelwagentje, karretje, koetsen of wagens van eene verbazende grootte, aanrijden. Jong en oud deelt er de ‘pret’, zoo als men zegt; dapper wordt er gedronken. Zoete koek en jenever met suiker, is een lieflingskost voor meisjes en jongens.