De tartaren van Dobrudscha.
Evenals de Tscherkessen zijn de Tartaren uitwijkelingen. Ofschoon deze vreedzame stam der russische regeering lang niet zooveel moeielijkheden in den weg legde als de wilde zonen van den Kaukasus, zoo waren onder hen toch, vooral van het godsdienstig standpunt beschouwd, veel ontevredenen. De Tartaren wilden de godsdienst hunner vaderen getrouw blijven en waren doodvijanden van de russische militaire heerschappij, die hen in regimenten wilde indeelen en onder kristen officieren stellen. Zonder zich met geweld te verzetten, verlieten de meeste Tartaren-stammen de Krim en Besarabië, waar zij tot dan gewoond hadden en namen de wijk naar turksch gebied, waar zij door de turksche regeering gecoloniseerd werden. Dat deze hun Dobrudscha als woonplaats aanwees, was omdat men te Constantinopel dacht, dat men op dat meest bedreigde punt van het rijk het best beveiligd zou zijn als men daar die vijanden der Russen had wonen, en men hoopte dat zij bij een eventueelen inval van Rusland gemeene zaak zou den maken met de slavische Bulgaren, die tot dan de eenige bewoners van deze streek waren. Wie heden eene reis langs den Beneden-Donau maakt moet het opvallen, dat hij zich onder een geheel ander volk bevindt dan hij in de Marken van Oostenrijk heeft leeren kennen. Over het algemeen zijn de Tartaren een vlijtig, vreedzaam volk, dat beter de ploeg kan sturen en den dorschvlegel hanteeren dan geweren en dolken, en ofschoon zij door de Turken gewapend worden (zooals onze gravure voorstelt) is het dus zeer te betwijfelen of die met dwang gevormde troepen uit de koloniën van Dobrudscha zulke goede soldaten zullen zijn als men van hen verwacht.