Respha.
De schilderij van Becker werd in de tentoonstelling der Champs-Elysées te Parijs, op verschillende wijzen beoordeeld, doch men heeft haar de waarde van den indruk, dien zij op het publiek maakte, niet kunnen ontnemen. Wonderlijk is de schilderij wel, en wij denken niet dat zij juist door den rijk geworden burger zal gekocht worden, om er zijn salon of eetkamer meê te versieren. Dat half dozijn lijken, aan eene galg opgehangen, is juist geen aantrekkelijk tafereel.
Aan welke bron ontleende de kunstenaar dit ijselijk onderwerp? In het boek der Koningen II, kapittel XXI, lezen wij:
‘En daar is een dure tijd opgestaan bij Davids tijde, drie jaren achtereen durende, en David vroeg raad van des Heeren antwoord; en de Heer heeft gezegd: om Sauls wille en om zijn huis des bloeds; omdat hij de Gabaoniten gedood heeft. Hierom heeft de koning de Gabaoniten geroepen en zegde tot hen: Wat zal ik doen? Waarmede zal ik u verzoenen, dat gij het erfdeel des Heeren mocht gebenedijden? Zij antwoordden: De man die ons vernield en verdrukt heeft ten onrechte, moeten wij alzoo vernielen, dat er niet een van zijn geslacht overblijve in al de palen van Israël. Men geve ons zeven mannen van zijne kinderen, dat wij die mogen kruisigen.
‘En de koning zegde: Ik zal ze u geven.... Aldus heeft de koning genomen de twee zonen van Respha en vijf zonen van Michol, Saüls dochter.... En hij gaf die den Gabaoniten in handen, dewelke deze op den berg hebben gekruisigd; en deze zeven zijn gestorven te zamen gedood ten tijde van den vroegen oogst, als men begon de gerst te maaien. En Respha, de dochter van Aia, nemende een haren kleed, legde dat onder zich op de steenrots, van het beginsel des oogsts totdat het water uit den hemel op hen drupte, en zij heeft niet toegelaten dat de vogelen hen verscheuren zouden des daags of de beesten des nachts.’
Voorwaar, een onderwerp vol wilde grootheid, vol verheven gevoel vanwege Respha.