[Nummer 4]
Michel-Angelo.
Sommigen voegen achter dien naam dien van Buonarrotti, doch wij zullen dezen ter zijde laten, aangezien de beroemde man, met eene drievoudige kroon versierd - die van schilder, beeldhouwer en bouwmeester - enkel onder den bovengenoemden bekend is.
MICHEL-ANGELO.
Michel-Angelo, uit den alouden stam der graven van Canossa, werd in het kasteel van Capresa, op het grondgebied van Arrezzo, den 6. maart 1474 geboren. In den aanvang werd hij door zijn vader, podestaat van Capresa, tot de burgerlijke ambten bestemd; doch de zucht tot al wat de schoone kunsten betrof was in hem wakker, en hij teekende ondanks alle vaderlijke vermaningen.
Op zijn 14e jaar trad hij onder de leiding van een destijds beroemd schilder, Dominicus Ghirlandaio. Zijn vooruitgang was zoo groot, dat hij zijnen meester weldra achter zich liet, en deze bekende naïef dat hij overtroffen was. Zoo toegevend was echter een zijner medeleerlingen niet, Torregiano genaamd. Deze, afgunstig over de voorkeur die Michel-Angelo van Laurentius de Medicis genoot, zocht eens twist met hem en maakte zich, door de eeuwen heen, bekend, niet als kunstenaar, maar als vuistslager Immers, hij sloeg den jongen Michel-Angelo den neus in stukken, hetgeen hem voor zijn leven dit deel zijns aangezichts verminkte.
In de beeldhouwersschool opgenomen, onderscheidde Michel-Angelo zich dermate, dat het hoofd van het huis der Medicis hem tot zich riep, hem aan zijnen persoon verbond, hem in zijn paleis deed wonen en als een zijner eigene kinderen behandelde. Zijn beschermer stierf den 8. april 1492, en in 1494 moest de familie de Medicis Florencië verlaten.
Michel Angelo begaf zich naar Venetië en Bologna, en studeerde middelerwijl grondig de ontleedkunst. In gemelde steden maakte hij eenige heiligenbeelden, en ook den slapenden Cupido, die voor een antiek beeld door den kardinaal de Saint-George aangekocht werd. Het bedrog werd echter ontdekt en de prins der Kerk zond een zijner edellieden naar Florencië, werwaarts de kunstenaar zich andermaal begeven had.
Men verdacht Michel-Angelo het werk gewrocht te hebben, en het schijnt dat hij zich verried door met de pen die zoo beroemd geworden hand te schetsen, welke graaf Caylus door de gravure heeft vermenigvuldigd. Hoe het zij, het vertelsel moge waar zijn of niet, Michel-Augelo werd naar Rome geroepen, waar hij zich door voortreffelijke marmerwerken onderscheidde.
De kunstenaar was te dien tijde vijf en twintig jaar oud. Zijne vrienden riepen hem naar Florencië, waar hij het prachtige beeld van David be telde, dat nog roemrijk bekend is, doch door de kenners beschouwd wordt als missende wat warmte en bezieling. Wat het echter kenmerkt, is de anatomische wetenschap, welke er zelfs prachtig in doorstraalt.
Destijds maakte Michel-Angelo ook de karton de oorlog van Pisa, een meesterstuk, dat verloren is gegaan, doch door Benvenuto Cellini hooger in kunstwaarde geschat werd dan de fresco's der sixtijnsche kapel. Julius II had den pauselijken troon beklommen; de roem van Michel-Angelo was hem bekend en de Paus riep dan ook den genialen man tot zich.
Te Rome werd hem de voltooiing opgedragen van de basiliek van St.-Pieter, die door Bramante begonnen was. 't Schijnt echter dat de