Het eerste maatschappelijk kapitaal beliep 100.000 fr.; in 1847 werd dit gebracht op 450.000 fr. en sedert dien heeft de maatschappij eene verbazende uitbreiding, onder alle opzichten, genomen. De dierentuin van Antwerpen is gewis een der schoonste tuinen van Europa, en wij begrijpen dat andere steden wenschten eene dergelijke instelling te bezitten. De pogingen van Brussel en Gent zijn echter op verre na niet gelukt, en zoo min de eerste als de tweede, kan met die van Antwerpen in vergelijking staan.
De Zoologie van Antwerpen was de vierde vereeniging van dien aard, welke in Europa werd opgericht: men had den Jardin des Plantes te Parijs, de Zoological Garden te Londen en den Dierentuin van Amsterdam.
Te Brussel veranderde men in 1851 een heerlijk park, in een Zoologie. De aankoop geschiedde door ridder Dubois de Bianco en dit terrein werd met 400.000 fr. betaald. Rekent uit, zoo ge kunt, wat oneindige som de 1.200.000 vierkante meters grond, in den hof begrepen, op dit oogenblik waard zijn!
Wij moeten bekennen, als tuin is de Zoologie te Brussel wonderschoon, en mist men er eigenlijk ‘dieren,’ dan toch is hij rijk aan prachtige gezichten, aan heerlijke watervakken, aan sierlijke bloem- en plantenperken.
Ook te Gent is er gemis aan dieren, doch de voorraad is altijd grooter dan te Brussel; de hof zelve is zeer frisch, lommerrijk en van weelderige bloemen voorzien. Overigens, onder dit opzicht zal Gent, ‘de stad der bloemen,’ altijd hare medezusters eenige stappen vooruit zijn.