De waterpoort te Doornik.
Doornik is rijk aan oudheden, aan historische herinneringen. Geen wonder! Reeds voordat Cesar de volken dezer landen onderworpen had, roemde men in die streek op koningen of opperhoofden Later werd Doornik eene romeinsche stad, die in 430 door Clodion, koning der Franken, bemachtigd werd. Hij, Merovée en Childeric, zegt Wauters, hadden daar hunne residentie, en Clovis verbleef er totdat hij tot woonplaats Soissons of Parijs verkoos.
Wat al historische namen verdringen zich, in den loop der eeuwen, in de geschiedenis van deze henegauwsche stad! Na de Noormannen verschijnen daar de graven van Vlaanderen, de fransche koningen, de Vlamingen, die na den slag van Kortrijk de stad belegerden, de Engelschen, de Brabanders, terwijl wij eene gansche reeks historische figuren in de verschillende tijdvakken zien optreden, die hunnen naam met dien der stad vermengen.
Zoo waren de koningen van Frankrijk Philippe-Auguste, Philippe de Valois, de engelsche koning Eduard III, Jacob van Artevelde, de hertog van Brabant Jan III, Karel VII, Lodewijk XI, Hendrik VIII, Karel V, de prinses d'Epinoy, Lodewijk XIV, enz, - kortom, weinige steden hebben eene zoo rijk verscheiden geschiedenis als Doornik.
De oudheidkenner kan dan ook dagen lang in die stad rondwandelen, en vindt immer ruimen voorraad om zijnen weetlust te voldoen. Eene merkwaardiger kerk dan de O.L V., wier oorsprong tot tijdens de Romeinen opklimt, zal men in gansch België gewis niet ontmoeten.
Het gebouw is deels in den romaanschen stijl, deels in den spitsbogenstijl opgericht.
Schier alle kerken van Doornik dagteekenen van voor eeuwen en eeuwen. In de St. Brice-kerk vond men in 1655 het graf van koning Childeric I, vader van Clovis. Tusschen de kostbare voorwerpen, in het graf gevonden, lag een gouden zegelring, op welks cachet het afbeeldsel van dien prins met de woorden Childerici regis.
Ook bij de halle, het belfroid, een aantal andere stokoude gebouwen, en vooral bij de waterpoort, zal de tourist vertoeven en als hij in de stad vermoeid zal zijn, immer op steenente hebben gestaard, die eeuwen geleden daar gelegd werden, zal hij naar buiten gaan en zich verlustigen in de omstreken, die inderdaad de aandacht overwaardig zijn.