De Belgische Illustratie. Jaargang 7

[p. 161]

[Nummer 21]

HET PALEIS TE BRUSSEL.

Het paleis te Brussel.

Het paleis des konings heeft onder opzicht van bouwtrant gewis niet veel te beteekenen. De voorgevel, gebouwd volgens de teekeningen van Henri en Suys, bevat een vooruitspringend middengedeelte, door zes corintische kolommen, uit een stuk, ondersteund. De twee vleugels, voorheen door een steegje gescheiden, dagteekenen van den tijd van Joseph II, dien men spottend ‘den koster van Weenen’ noemde, omdat hij zich met alle, zelfs met de minste kerkelijke zaken wilde bemoeien, en alzoo dan ook een duurzaam voorbeeld is voor zekere onzer hedendaagsche politiekers. Die twee vleugels aan het paleis, zegt Alphonse Wouters, dienden de een tot woning van den minister van Oostenrijk, de andere van den bevelhebber der keizerlijke troepen. De eerstgenoemde werd in 1815, bij het instellen van het koningdom in

[p. 162]

de Vereenigde Nederlanden, het koninklijk verblijf. Tijdens Willem I was dit deel reeds zeer prachtig, en met een wezenlijken kunstsmaak, gemeubeleerd. Aan kunstvoorwerpen was er, voorwaar! geen gebrek. Sedert 1830 heeft het paleis aanzienlijke veranderingen ondergaan en werd het, met al den smaak van onzen tijd, versierd. Achter het paleis strekt zich een zeer schoone hof uit. Het paleis te Brussel wordt zelden bewoond; de koning komt er, in zekere omstandigheden, doch keert gewoonlijk zoo spoedig mogelijk naar Laeken terug. Zelfs in den winter verblijft de koninklijke familie in gemelde nabuurschap van Brussel, daar, even als de minste sterveling, met verlangen het eerste lentegroen, na een langen winter, afwachtende.