De dorpsschilder.
Wij bevinden ons aan den Rijn, waar nog zoovele herinneringen aan Karel den-Groote bestaan, en waar wij zijne beeltenis dan ook, in een dorp, op den hoek van een ouden gevel, met kroon en scepter versierd, aantreffen. 't Is precies geen meesterstuk, neen! maar het dorp houdt aan het beeld en het is niet genegen om het in puin te laten vallen, of zelfs door regen, wind en zonneschijn te laten verkleuren.
Dat laatste was echter ten slotte het geval, en de dorpskladder heeft op zich genomen, Karel-den-Groote al zijnen glans en glorie terug te geven. Dat hij dit werk met alle mogelijke zorg volbrengt, bewijzen de stellagie, de potten, flesschen, penseelen, tot zelfs de bril op den neus. Zonder twijfel staat het halve dorp beneden naar boven te gapen, om te zien hoe de gedaanteverwisseling, onder het penseel van den ‘artiste’, zal plaats hebben, en het verwondert ons dat de teekenaar vergeten heeft, in ieder venster, eene luie meid te laten leunen om de vordering van het werk na te gaan.
Men houdt aan het beeld, zeggen wij, en men heeft wel gelijk. Die sieraden, soms vooral met een godsdienstig gevoel geplaatst, geven een wezenlijk karakter aan de landstreek, aan de huizen en zelfs aan de menschen, en het wegnemen of verval derzelve bewijst ook dat de zeden veranderen - en precies niet ten haren voordeele. Immers, als de heiligenbeelden op de hoeken onzer straten werden weggenomen, zou Antwerpen veel verliezen van zijn eigenaardig karakter, daargelaten nog dat andermaal iets van zijne schilderachtigheid verdwijnen zou.
Moderniseeren is niet altijd verfraaien en verbeteren, onder opzicht van zeden en kunst: wel integendeel. Louis Veuillot zegt in zijne Couleuvres, sprekende van de verwijdering of afschaffing der monniken, welke door onze hedendaagsche penseurs geëischt wordt;
Coupé, le capuchon au dos tombe en giberne;
Dépeuplé, le couvent s'agrandit en caserne
Et si l'on fond la cloche, il en sort un canon.
Iets dergelijks zou schier kunnen gezegd worden van de verwijdering der heiligenbeelden op de hoeken onzer straten, zonder welke de nieuwmodische wijsgeeren niet meer aan het verlichten der wereld, schijnen te kunnen werken! Indien gij dat heiligenbeeld aan den gevel wegslaat, dat beeld, hetwelk u spreekt van de vroomheid, eerlijkheid en den kristenzin van het voorgeslacht, zult gij er weldra een ander zien verrijzen, dat de uitdrukking zal zijn van de naaktheid en de schande der zeden.