Een Russisch huisgezin.
Er bestaan gewesten wier naam men slechts hoeft uit te spreken, om eene vruchtbare of woeste streek aan te duiden, en onder deze nemen het Oosten en Noorden een eerste plaats in.
Het Oosten - en men ziet in de verbeelding een bloeiend land, door de natuur met hare rijkste schatten gesierd, waar zij, aan hare vruchtbaarheid overgelaten, de zeldzaamste en verschillendste gewassen voortbrengt. Met ziet groene heuvels, aanlokkende velden, zonnige dalen, met bosch bekransde bergen en tusschen dit alles majestueuze rivieren, die zich als zilveren slangen door het land slingeren.
Het Noorden - en men denkt aan uitgestrekte, naakte vlakten die winter en zomer onder sneeuw en ijs begraven liggen, waar nooit een zonnestraal door de zware wolken heendringt, waar een eeuwig koude nacht, in één woord, waar treurigheid heerscht.
En waarlijk, voor sommige streken van Rusland is deze laatste schildering niet overdreven. Lees de verhalen van reizigers welke die streken bezocht hebben, en allen weiden uit over den ellendigen toestand van 't geen wij gewoonlijk onder den naam van het land verstaan en daar dien naam volkomen onwaardig. De dorpen liggen er op groote afstanden van elkaar, en als de vermoeide reiziger, bijna verstijfd door de koude lucht en onaangenaam aangedaan door het gezicht van onafzienbare sneeuwvelden, met innige vreugd, eindelijk een dorp bereikt waar hij zal kunnen uitrusten en zich verwarmen aan een koesterend vuur, vindt hij meesttijds niets dan een zestigtal ordeloos door elkander staande houten hutten, die, in volkomen harmonie met het land, er zeer slecht uitzien, zoodat men meestal liever zijne reis voortzet, in de hoop een volgend dorp aan te treffen dat ten minste iemand fatsoenlijk herbergen kan. En toch, hoe dikwijls vindt men zich in zijne hoop bedrogen, want er bestaan zelfs russische steden, waar de kerk en het gouvernementsgebouw de eenige steenen huizen zijn.
Rusland is intusschen te uitgestrekt om voor geheel het rijk een zelfde luchtstreek aan te rekenen, en het zou eene dwaasheid zijn Nova-Zembla met de Krim te willen vergelijken. Maar ligt laatstgenoemd gewest dan ook al zuidelijker dan ons land, het mist toch die oorzaken welke aan België zulk een zacht klimaat geven. Men denke slechts aan den tocht van Napoleon naar Rusland, waar het grootste gedeelte van zijn leger op weg naar Moskou bevroor en Moskou ligt bijna in 't midden van het land.
Doch genoeg over het land zelf, zeggen wij liever iets van de prachtige gravure, voorstellende een russisch huisgezin, die tot deze opmerkingen aanleiding gaf.
De schilder van dit tafereel, Yvon, heeft Rusland geheel doorkruist; zijne meeste compositie's en figuren zijn dus naar de natuur genomen en het huiselijk tafereeltje, van onze derde gravure, is niet een van zijne minsten. De huisvader is zoo even van zijnen arbeid terug gekomen en staat, tegen den schoorsteen geleund, zijne vrouw aan te zien, die bezig is een theepot met water te vullen. De schikking der compositie heeft veel overeenkomst met de oude klassieke schetsen, terwijl eenige figuren herinneren aan de historische betrekkingen, welke eeuwen lang bestaan hebben tusschen de Moscovieten en de grieksche volken. De figuur der vrouw en haar hoofddeksel zijn wellicht kopieën van een oud grieksch standbeeld, en de vorm van den waterketel heeft veel weg van een grieksche urn, een bewijs van dèn invloed der grieksche kunst op de russische gebruiken. Nog op den tegenwoordigen dag is die invloed niet geheel verdwenen, en Yvon's schilderstuk is er een bewijs van.
W.