[Nummer 25]
De minister Beernaert.
Ziedaar een man, die, ofschoon in het omloverd ministerkleed gedost, eigenlijk nog geene biographie heeft. Moeilijk, zoo niet onmogelijk, is het ons dus er eene te leveren. van de balie heeft hij plaats genomen op de ministerbank, en daar moet hij zijne lauweren nog behalen.
de minister beernaert.
Het zou tamelijk onwaar zijn, als wij zegden, dat de heer Beernaert eene algemeene bekendheid genoot, voor dat hij als politiek man optrad. Zijne kollega's aan de balie, het publiek der gerechtshoven en zijne cliënten, kenden hem voorzeker gunstig, doch verder ging zijn naam niet, en men vroeg zich vrij algemeen af, toen, op zekeren morgen, achter het ontslag van den heer Moncheur, minister van Openbare Werken, de benoeming als zoodanig van den heer Beernaert verscheen, wie de nieuw benoemde wezen mocht?
Betrekkelijk weinigen konden zelfs het antwoord geven dat wij hooger in twee woorden neêrschrijven.
Tot nu toe heeft de nieuwe minister nog geene gelegenheid gehad, veel talent aan den dag te leggen; doch het is onbetwistbaar dat hij een man van groot talent is, een uitgelezen spreker, iemand die meester is van zijn woord en nooit meer zegt, dan hij juist zeggen wil - eene gaaf, welke voorzeker in het parlement benijdenswaardig mag gezegd worden.
De heer Beernaert is nog geen lid van de Kamer der Volksvertegenwoordigers en heeft dus geen stemrecht: men is echter verzekerd, dat hij zich voor deze of gene plaats zallaten voordragen, zoodra de gelegenheid zich aanbiedt.