Tunnel onder zee.
Tusschen Engeland en Frankrijk stroomt, zoo als men weet, het kanaal. Die beide landen, door een diepe zee gescheiden, andermaal rechtstreeks verbinden, is de droom die sedert 1834, menig hoofd heeft bezig gehouden, en waarbij de groote menigte nog ongeloovig het hoofd schudt.
Het woord onmogelijk wordt echter meer en meer uit onze woordenboeken geschrabt, en zeker is dit het geval met het hier besproken vraagpunt: de tunnel van de fransche naar de engelsche kust, en onder zee door, is geen droomerig denkbeeld; het is een gedacht dat op vasten grondslag berust en nu als uitvoerbaar bekend is.
Gezegde betrekking tusschen de twee landen, heeft sedert 1834, reeds meer dan eene verandering ondergaan. Het eerste denkbeeld bestond in het leggen van een ijzeren buis, op den bodem der zee, door welke de spoorwegtreinen zouden rijden; - daarna dacht men aan eene reusachtige brug: - verder aan een onmeetlijken bak, aan eene kunstmatige landengte, en eindelijk aan het graven van een tunnel onder zee door.
Dit laatste ontwerp, bij hetwelk nu de wetenschap stil staat, is, sedert 1833 zelfs, reeds bestudeerd door den heer Thomé de Gamond, die destijds zijn eersten hydrographischen tocht, ter sondeering van het Kanaal, aanving.
Den 23. November 1873 heeft de Vereeniging der burgelijke Ingenieurs eene vergadering gehouden, waarin over de verschillende plans verslag werd ingediend.
Het eerste plan, door gemelden ingenieur in 1834 voltooid, bestond zooals hooger gezegd is, in, afdeelingsgewijs, plaatijzeren buizen in zee te laten zakken en binnen deze den muur en het gewelf op te bouwen, die voor de duurzame gemeenschap dienen moest.
De groote moeielijkheid in dit ontwerp, was de oneffenheid van den grondslag der zee, en om deze te vereffenen werd er eene som van 300 millioen fr. vereischt. Het leggen der buis en het bemetselen langs de binnenzijde, werd op 200 millioen geschat: een gezamentlijk cijfer van een half millard.
De scheepvaart beschouwde die soort van afdamming des Kanaals, als een gevaar voor de gaande en komende schepen, eene wezenlijke klip - en het ontwerp werd vaarwel gezegd.
De heer Thomé de Gamond ondernam nu de studie eener brug over zee, een ontwerp dat insgelijks, om reden der hooge kosten, verlaten werd. Inderdaad, na vijf verschillende bruggen bestudeerd te hebben, verkoos men er eene op granietpijlers rustende; doch de beraming der onkosten steeg tot niet minder dan 4 milliard.
In 1837 trad de ingenieur met een denkbeeld op, dat, in zekeren zin, praktischer was: hij bepaalde er zich bij, het Kanaal tot op eene breedte van 16 kilometers te verkorten. Zoowel van de fransche als van de engelsche kust, ging eene landtong uit en 8 kilometers zeewaarts in, en tusschen deze vlotte een onmeetelijke bak, geschikt om reizigers en goederen-treinen over te zetten.
De kosten van dit plan werden op 230 millioen geraamd; doch het was immers onvolledig! Het nam de eigenlijke scheepvaart tusschen de twee landen niet weg, en juist om die reden kwam men ten slotte tot den onderaardschen of zoo men wil, onderzeeschen weg.
In 1838 onderzocht men twee jaren lang den toestand van den bodem