Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 6 (1873-1874)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 6
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 6Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (36.54 MB)

Scans (1480.51 MB)

ebook (33.39 MB)

XML (2.03 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 6

(1873-1874)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

De blinde der katacomben.

Dat reine, edele beeld moet u, lezer, gewis treffen, zooals het ons diep getroffen heeft? Voorwaar Gabriël Max, de kunstenaar die het droomde, ontwierp en, in een zoo edelen vorm, aanschouwelijk maakte, moet een groot dichter zijn!

De blinde der katacomben voert ons terug in de eerste dagen des Christendoms; boven, in het wulpsche en heidensche Rome, heerschte de afgodendienst; beneden, onder den grond, in die katacomben, zoo treffend, zoo roerend, zoo levendig voorgesteld in kardinaal Wiseman's werk Fabiola, ontwikkelde zich de zuivere leer van Christus.

Daar, in die onderaardsche gangen, door den reiziger in onze dagen nog met diepen eerbied bezocht, slopen heimelijk de Christenen te samen, om er voor den waren God te knielen en te bidden, totdat zij, in de handen der romeinsche bloedhonden gevallen, naar de martelplaats werden gesleept, en hun bloed nieuwe strijders voor het Kruis deed ontstaan.

Gabriël Max brengt ons aan den ingang der katacomben, en plaatst dààr een zittend blind figuur, hetwelk aan den binnen geslopen geloovige, het lamplicht toereikt om in den donkeren doolhof den weg te vinden, die naar het eeuwige licht geleidt.

Wat zacht, gelukkig, vertrouwelijk, lelierein, kinderlijk lief wezen is die blinde wachtster! Zij, men ziet, men gevoelt het, is Christene; zij is als het ware de geest van opoffering en liefde zelve! Eene blinde is de leidster naar het licht! Voorwaar, er is in dit tafereel eene gansche wereld van denkbeelden besloten. Het is een greep in het leven, een greep in het diep der ziel.

Zelfs de geloovige, welke binnen treedt, al is dit beeld slechts bijgaande en enkel daar om de handeling te verduidelijken, draagt een echt godsdienstig karakter. Men ziet dat zij overtuigd is van de heiligheid der plaats, welke zij zal bezoeken. Anderen worden verwacht, want de jonge blinde heeft nog brandende lampen naast zich staan.

Als allen zullen gekomen zijn, als de laatste lamp zal zijn gegeven, zal zij, op hare beurt opstaan en - haar leidt geen licht! - tastend, maar zeker, voorttreden totdat zij de stem van den biddenden priester, de stemmen der biddende zusters en broeders hooren zal. Dan ook zal zij knielen in den naam des Vaders, des Zoons en des Heiligen Geestes.

Eens, en zij vermoedt het, de jonge blinde, zal zij worden gegrepen door de beulen, gemarteld, gevierendeeld, voor de wilde dieren geworpen, of misschien, met pek omgeven, tot lichtbaak dienen in de tuinen der Nero's - zij vermoedt het; maar zij siddert niet: zij zal, in den marteldood, haren Zaligmaker, haren God, voor het aanschijn der aarde be-

[pagina 131]
[p. 131]

lijden en ginds, in het land waar geene blindheid wezen zal, de kroon der martelaressen genieten.

In gansch dit tooneel ligt een diepe, godsdienstige zin, 't geen overigens de strekking van den schilder is. Hij noemde zijn tafereel enkel licht! en het is eene ingeving van Wiseman's Fabiola, een der schoonste romans, die in de laatste jaren verschenen zijn.

Gabriël Max is in 1840 te Praag geboren; zijn vader was een verdienstelijk beeldhouwer. Omstreeks 1854 kwam de jonge kunstenaar naar Weenen, en illustreerde daar, in den aanvang, eenige muziek-uitgaven van Beethoven, Mendelssohn en anderen.

In 1863, dus op drie-en-twintig-jarigen leeftijd, kwam hij te Munchen, en leerde daar onder Piloty's leiding, de geheimen van het koloriet kennen. Zijne in 1865 verschenen Martelares aan 't Kruis deed de eigenaardigheid des kunstenaars reeds volledig kennen en vestigde den naam van den jongen meester. Verder leverde hij nog de Martelares Ludmilla, een heerlijk Gretchen in gebed, en een prachtig tafereel eene droefgeestige Nonne.

Gabriël Max bracht eenige zeer karaktervolle illustratiën voort, en staat in Duitschland bij diegenen, welke meer van de kunst vragen dan een blooten en min of meer juisten en gekleurden omtrek, hoog in eere aangeschreven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken