in het atelier van Rembrandt, van den grooten meester, vooral te dien tijde, te worden aangenomen.
Na drie jaren les bij dien meester, dreef Dow op zijne eigene wieken. Wel is waar had hij zich bij Rembrandt gevormd, doch hij had zijne eigenaardigheid behouden en zelfs is Dow, onder meer dan een opzicht, het tegenovergestelde zijns meesters. Rembrandt is driftig, gloeiend, fantastisch, diep in zijne lichten en schaduwen, rijk in effect en wint door op een afstand gezien te worden; Dow heeft geen gloed, geen fantazy, geen poëzie; hij heeft de natuur trouw, maar ongelooflijk trouw nagebootst, en men zou het werk van dien meester, evenals de natuur zelve, onder het vergrootglas mogen leggen.
De nauwgezetheid was voor hem het hoogste punt in de kunst. Ook streefde hij door alle middelen daarheen. Dow wreef zelf zijne kleuren, maakte zelf zijne perseelen, vrijwaarde zijn werk van het minste stofje en zette hij zich voor zijn schilderstuk, dan bleef hij een oogenblik onbeweeglijk, om het opgestoven stof weêr den tijd te laten tot rust te komen.
Eens aan het werk, besteedde de kunstenaar soms twee of drie dagen, om eene kleine bijhoorigheid op zijn schilderstuk te voltooien. Zijne onderwerpen zijn onbeduidend. Op twee stukken na, de waterzuchtige vrouw en de kwakzalver (de eerste bevindt zich in het Louvre, de tweede te Munchen), bevatten zijne schilderijen slechts een of twee figuren; doch overal heerscht eene waarheid in nabootsing en uit lrukking der wezenstrekken, een onbeschrijfbaren rijkdom in de lichtspeling,
De waarde der stukken van Dow is verbazend groot. Wij vinden in een oud boek Iovrnal des voyages de Monsieur de Monconys aangeteekend, dat deze laatste te Leyden den schilder bezocht. Hij had slechts een enkel stukje vne femme qui estoit a vne fenestre, en vroeg er 600 livres voor, hetgeen destijds eene aanzienlijke som vertegenwoordigde.
De waterzuchtige vrouw had den koning van Sardinië 30.000 fr. gekost; de tandentrekker werd, voor een aantal jaren, met 28.000 fr. betaald. Volgens Soyer werd, nu een veertigtal jaren geleden, een figuur halflijf 1200 fr. geschat, eene wat ruim gestoffeerde samenstelling 42.000 fr. In 1837, in de veiling der schilderijen van den hertog van Berri, werd een portret van Dow, door hem zelf geschilderd, voor 10.700 fr. toegewezen.
In onze dagen, nu er weêr eene wezenlijke razernij voor oude schilderijen ontstaan is, worden die van Dow aan ontzaggelijke prijzen toegewezen, indien het toeval wil dat er een onder den hamer valt. De vrouw met de lamp maakt deel van de verzameling in het Mauritshuis te 's Hage, een der rijkste collectiën die er bestaan en voor welke het neêrlandsche gouvernement reeds lang eene ruimer galerij had dienen te bouwen - dit zij in het voorbijgaan gezegd.