dienst-oorlogen der 16e eeuw, was de vallei van Lourdes het tooneel van verwoede gevechten. Door de Hugenoten van Bearn aangevallen, hebben de Katholieken zich daar onverwinnelijk gevestigd.
Tijdens de regeering van Lodewijk XV, werd het kasteel tot staatsgevangenis ingericht; men noemde haar la Bastille des Pyrenées. Thans, sedert de wondervolle verschijningen, welke aldaar plaats hadden, is Lourdes bij uitstek eene plaats des gebeds geworden.
Als men de cijfers volgt komt men aan de rotonde; deze is een geschenk van Henri Laserre; zij dient tot eetzaal voor de pelgrims en 1000 a 1200 kunnen er plaats vinden. Ten gevolge dezer bouwing, zijn de bedevaartgangers niet meer gedwongen, in de naburige plaatsen, een onderkomen te zoeken. Daar ook kunnen zij van de vermoeienissen van den tocht uitrusten.
Een weinig verder staat op de granietrots de prachtige gothische kerk, met haar niet minder prachtigen toren. Op den dag der bedevaarten waaien, uit al de openingen des torens, de banieren en vaandels, die de pelgrims, ter gedachtenis, hebben achtergelaten. Als des avonds de galerijen verlicht zijn, levert de nu als een hemelsche vuurbaak glinsterende kerk, een onbeschrijflijk tafereel op.
Ter zijde, zooals men ziet, bevindt zich de wondervolle grot, waar de verschijning plaats had. Dat zij, die glimlachen bij het lezen dezer woorden, het boek met authentieke stukken van Henri Laserre lezen, en zij zullen dit boek, niet zonder eene diepe ontroering te gevoelen, ter zijde leggen, misschien het andermaal opnemen - en wie weet, eens den pelgrimstaf opnemen, en gaan waar duizenden en duizenden heengaan.