[Nummer 24]
Napoleon III.
De banneling van Chislehurst is niet meer. Den 9en Januari dezes jaars werd uit een dorp, niet ver van Londen, de onverwachte tijding vernomen, dat Napoleon III, de gewezen keizer der Franschen, was overleden.
NAPOLEON III.
Welk een sensatie zou deze tijding niet verwekt hebben, zoo zij drie jaren vroeger ware gekomen! De machtige potentaat, aan wien eens de souvereinen van Europa als om strijd hun hulde kwamen aanbieden, is van het tooneel der wereld verdwenen, zonder dat het levend geslacht er schier zijn aandacht aan wijdt, terwijl 't aan de onverbiddelijke geschiedenis blijft overgelaten, zijn leven en streven te beoordeelen.
Niet weinig avontuurlijk en zonderling was intusschen voorzeker zijn levensloop. Derde zoon van koning Lodewijk en Hortense de Beauharnais, bracht hij, toen er na den beslissenden slag van Waterloo, geen plaats meer was in Frankrijk voor de Bonapartes, achtereenvolgens in Beieren en Zwitserland verscheiden jaren door en erlangde daar een groot deel van zijn staatkundige en militaire opleiding.
Hij mengde zich in 1830 persoonlijk in de revolutie, die toen bijna geheel Europa teisterde en voegde zich bij hen, die destijds in de pauselijke staten de oproervaan verhieven. Naar Ancona gevlucht, kon hij zich wegens ziekte niet aanstonds uit de voeten maken, doch wist later en in 't geheim naar Frankrijk te ontvluchten; hier echter kon hij niet blijven en zocht daarom weldra in Engeland een verblijf.
De hertog van Reichstadt, de eenige zoon van Napoleon I, was in 1832 gestorven; vier jaren later trad Karel Lodewijk Napoleon, zijn neef, als pretendent voor de fransche kroon op. De eerste gewapende poging van den pretendent haalde, evenals zijn tweede in 1840, maar weinig uit. Van Baden uit wilde hij Straatsburg veroveren, om vervolgens in triumfnaar Parijs op te trekken. Hij rekende sterk op den invloed, dien de klank van den raam Napoleon bij het fransche volk heeft. De totale mislukking van zijn plan, zijn arrestatie en die van velen zijner aanhangers zullen wel eenigszins zijn vurige voortvarendheid bekoeld hebben. Eenige jaren nadien verscheen hij echter weer op franschen bodem met een zelfde doel.
Had hij de eerste maal een gemakkelijke gelegenheid gevonden om verder ongemoeid naar Amerika te vertrekken, den tweeden keer bracht de onstuimige pretendent het er niet zoo gaaf af. Hij werd toen tot levenslange gevangenis veroordeeld en in een fort te Ham opgesloten.