Romeinsche kinderen.
Het zijn romeinsche kinderen, die ons aanstaren van de gravure op pag. 36; deze afbeelding werd genomen naar een schilderij van een hedendaagsch kunstenaar, Lodewijk Passini, die te Rome zijn talent verder ontwikkelde en zijn gewooulijk zeer vroolijke schetsen bij voorkeur in de kinderwereld kiest.
Lodewijk Passini is ondanks zijn italiaanschen naam en zijn italiaansche tafereelen alles behalve een Italiaan, maar een Weener van geboorte en thans te Berlijn gevestigd.
Zoon van een graveur, begon hij zijn kunstenaarsloopbaan op de academie van Weenen, vertrok echter weldra, om zijn talent in het teekenen van monumentale gebouwen beter te kunnen oefenen, naar Venetië, waar hij door zijn voortreffelijke aquarellen zich reeds onderscheidde. Aldus voorbereid trok Passini naar Rome om zich verder te bekwamen.
Hij bepaalde zich echter vooral tot alledaagsche tooneelen en heeft vele, door originaliteit uitmuntende aquarellen geleverd. Sinds hij zich te Berlijn vestigde, woont hij afwisselend aldaar en te Rome.
De beide romeinsche kinderen, de kleine oppasster met een kleine nog in de luren, die zij, als hadde zij een pop in de armen, te kijk houdt, werden door Passini in een van Rome's straten geschetst. Doch waar hij ook dit alledaagsch tooneel aantrof doet weinig ter zake, want in welke stad of plaats men zulk een kinderlijk tafereel ontmoete, 't zal wel overal hetzelfde zijn. Men behoeft daarnaar niet ver te zoeken.
Dit neemt echter niets weg van de bekwaamheid van den schilder, die ons een voorstelling biedt, waarvan ieder terstond de getrouwheid zal erkennen.
Hij schijnt bij deze gelegenheid zijn tafereel in een der achterbuurten van Rome te hebben gezocht; althans het huis, dat deze kleinen het hunne mogen noemen, is niet het paleis van den een of anderen senator.
Even goed kon hij in achterbuurten als in voorname wijken zijn gezichtspunten kiezen, zonder veel verschil daarin te ontwaren. Want het stijve deftige, het gedwongene, dat men elders soms in de ‘beau monde’ aantreft, vindt men te Rome niet. Het ongeneerde, dat der jeugd eigen is, ziet men ook daar bij allen, die de kinderschoenen ontwassen zijn.