Ik geloof niets
van al hetgeen, wat ons de priesters over ziel en zaligheid willen op de mouw spelden,’ zeide een verlicht heertje onlangs in een herberg tot een der aanwezigen, ‘ik ben wijzer, ik geloof niets dan hetgeen ik voel en zie....
De andere zweeg, maar terwijl de geleerde heer zijn hoofd omdraaide en vol vuur tegen een derde bezig was zijne geleerdheid uit te kramen, dronk hij heimelijk diens glas uit en zette het vervolgens bedaard op tafel.
Na nog wat gepraat te hebben, kreeg de geleerde weder dorst, doch toen hij wilde drinken, vond hij zijn glas leêg.
‘Wie heeft mijn glas uitgedronken?’ vroeg hij. - ‘Uw glas is niet uitgedronken,’ antwoordde men hem. - ‘'t Is zeker; het stond daar even nog zoo goed als vol.’ - ‘'t Is niet waar.... Immers, hebt gij het wel gezien, dat iemand uw glas uitdronk?’ - ‘Neen.’ - ‘Welnu, dan moogt gij het ook niet gelooven, want gij hebt het zelf gezegd, dat gij niets gelooft dan hetgeen gij voelt en ziet.’