Onze gravuren.
Die de dagen van Neêrlands herstelling in 1815 heeft beleefd, weet wat een Kozak is. De jongeren van jaren zullen uit de gravure op pag. 73 al licht kunnen besluiten, dat dit soort van menschen juist niet tot het schoonste ras schijnt te behooren. En in waarheid, over 't algemeen is een echte Kozak een beetje mooier dan een aap.
Ter aanvulling van deze definitie voegen wij er bij, dat het woord Kozak van turksch-tartaarschen oorsprong is, en in deze talen zooveel als een vlugge, licht gewapende roover beteekent, en dat onder deze benaming de verschillende volksstammen van 't russische rijk bekend staan, die de boorden der rivieren de Don en Ukraine of Dnieper bewonen.
De Donsche Kozakken ontstonden uit eene vermenging van Slaven en Tartaren, die in de 15de eeuw aan den Don hunne woonsteden kozen en zich vervolgens onder Ruslands bescherming stelden. Een deel van hen onderwierp in 1581 Siberië aan den russischen Czaar; een andere hoop sloeg zich aan de Wolga neder, een derde aan de Terek, een vierde aan den Oeral.
De Kozakken der Ukraine of van den Dnieper, ook Malorosinen genoemd, vormden zich uit de Russen, die zich in de veertiende eeuw bij den inval der Polen in Rood-Rusland aan den Don terugtrokken. Tot deze behooren de Saporozen, de Kozakken aan de Zwarte Zee of Tsjernomorskische Kozakken en de Kozakken aan den Bog.
Ontembare moed, met de grootste koelbloedigheid gepaard, kenmerkt het karakter van den Kozak en hunne wilde ruiterbenden, die van kindsbeen af den dood leeren verachten, waren immer de hechtste steun der russische legers en de schrik hunner vijanden.
Gelijk de storm der woestijn naderen de Kozakken; met bliksemend zwaard en speer kennen zij geen gevaar; in stormgalop snellen zij voort met gevelde lans bij het snuiven der rossen; waar hunne wapens blinken, moet alles buigen. Rook, vuur en vlam teekenen hunne voetstappen, en gelijk 't in een hunner liederen heet, ‘salpeter is 't element van de zonen der Ukraine, aan dorpen en kasteelen ontsteken zij hunne pijp en de vlammen der instortende daken dienen hun tot verlichting.’
De grot van Chaleux is te midden eener reeks van rotsen gelegen in het dal der Lesse, eene rivier welke nabij het dorp Patisseul in belgisch Luxemburg haren oorsprong neemt en een gedeelte der provincie Namen doorstroomt.
De boorden der rivier met bosschen, rotsen en lachende dorpen omzoomd, zijn niet slechts merkwaardig door hare bekoorlijke ligging, het natuurschoon dat zij aanbieden, is ook voor de wetenschap niet zonder belangrijkheid. De verschillende aardlagen, in de onderaardsche grotten door den stroom der rivier gevormd, bieden den onderzoeker de meestwetenswaardige bijzonderheden met betrekking tot de geologie en de kennis der voor-historische tijden. Vooral zijn aldaar door onzen jeugdigen belgischen geoloog Dupont en den geleerden professor der leuvensche Universiteit van Beneden onder dit opzicht zeer merkwaardige ontdekkingen gedaan.
De derde gravure biedt een tafereel uit de treurige en onvergetelijke dagen van den franschpruisischen worstelstrijd, toen tijdens de belegering van Parijs het edele dier, door de pen van Buffon zoo welsprekend beschreven, beurtelings tot spijs van het kanon en tot voeding der hongerige menigte strekte.
Van 't slagveld naar de ambulans, van daar naar de omnibus of naar den lijkwagen, ziedaar de dagelijksche taak, welke het paard in die vreeselijke dagen had te vervullen: vond het niet den dood op het slagveld aan de zijde zijns meesters, dan was het slachthuis zijn loon voor bewezen diensten.
Te Sédan werden de paarden bij duizenden verzwolgen door de golven der Maas; te Straatsburg, Metz, Parijs waren zij de meest gezochte lekkernij ook zelfs voor den rijken ruiter, dien zij vroeger met zooveel trots bij de tonen der militaire muziek wisten te dragen; met hunne meesters deelden velen gevangenschap, vernedering en onspoed, ja zoo de dieren kondenspreken, zij zouden wellicht nog romantieke geschiedenissen ten deze kunnen vertellen.
La Pietà van Michel Angelo is een der prachtigste standbeelden in de beroemde Sint-Pieterskerk te Rome. Het stelt den gestorven Heiland voor in den schoot der Moedermaagd rustend. Ofschoon door den kunstenaar reeds in zijne jeugd vervaardigd, draagt het werk geheel en al den stempel van het grootsche en geniale, dat den onsterfelijken meester kenmerkt.
REBUS No. 3.
Aan deze rebus is verbonden:
Provinciale Atlas van het koningrijk der Nederlanden, in linnen band.
Oplossing van Rebus I. Groote stelen en kleine stelen, groote stelen meer. Op last van de heeren van 't stadhuis, groote stelen per abuis.