[Nummer 3]
Rembrandt's moeder.
De beroemde hollandsche schilder Rembrandt is een dier geniën, die het groteske met het ironische verbinden, die de kunst ten volle verstaan om door hunne kleur-schakeeringen, als door de melodische tonen eener geheimnisvolle muziek in verrukking te voeren, ja die door hunne in volle stroomen ruischende harmonie de meest betooverende uitwerking te weeg brengen.
HET MOEDERTJE, NAAR EENE SCHILDERIJ VAN REMBRANDT.
Die wonderlijke afwisseling van licht en schaduw, die zijne kunstvoortbrengselen zoozeer kenmerkt, vertoont zich ook in ruime mate in zijn leven.
Geboren te Leiden den 15 Juni 1601 was hij de zoon van een welgezeten molenaar Harmens Gerrits en diens echtgenoote Cornelia van Zuidbroek. De kleine Paulus zou volgens het verlangen zijns vaders Dominé worden en werd daarom op de latijnsche school te Leiden gedaan. Doch de latijnsche verbuigingen schenen den knaap zoo weinig poëtisch toe, dat hij de school verliet en er met geen middel was terug te brengen. Hij had meer liefhebberij in het teekenen van molens en koppen en bracht het zonder meester zoover dat hij van een rijk ingezetene voor een portret honderd gulden kreeg. Hierdoor aangemoedigd ging hij op vier-en-twintig-jarigen leeftijd naar Amsterdam, begon zich geheel en al aan de schilderkunst te wijden, en verruilde zijn familienaam met dien van Rembrandt d.i. de roodharige. Van stonde af aan trok hij aller oogen op zijne meesterstukken en zijne werkzaamheid wekte de algemeene verbazing. Na met een meisje uit Leeuwarden, Saskia Uilenburg, gehuwd te zijn verkeerde hij beurtelings in de grootste weelde en armoede en overleed na al het zoet en bitter der wisselingen van 't levenslot te hebben onderstaan den 8 October 1669 te Amsterdam, alwaar men hem in 1852 een gedenkteeken heeft opgericht.
Het aantal zijner historische schetsen, portretten, genre-stukken, landschappen en huiselijke tafereelen is zeer groot.
Ook als kopergraveur heeft hij wereldberoemdheid, en in zijne gravuren schittert de harmonie, warmte, poëzie en de humor zijner schilderstukken.
Zijne uitstekendste proeven van schilder- en graveerkunst zijn na zijn dood soms voor de fabelachtigste prijzen verkocht, en de voornaamste museums van Europa gaan er trotsch op voortbrengselen van den grooten hollandschen kunstenaar te bezitten.
Het glanspunt van Rembrandt's werken en leven valt in de jaren 1640 tot 1650. In het begin dezer pe-