Boudewijn van Vlaanderen te Constantinopel.
De welsprekende predikingen van Fulco van Neuilly, die op last van Paus Innocentius III, gelijk een andere Peter van Amiens, de fransche, belgische en italiaansche edelen tot herovering van Jerusalem opriep, hadden wel niet de bevrijding der heilige stad ten gevolge, maar zij riepen een vierden kruistocht in 't leven, welke door de inneming van Constantinopel en de stichting van een nieuw westersch rijk in die stad, eene eeuwig gedenkwaardige plaats bekleedt in de geschiedenis van 't heldentijdperk der Christenheid. De kruisridders, waaronder vooral Boudewijn, graaf van Vlaanderen, en Theobald van Champagne uitschitterden, hadden te Compiègne het besluit genomen, om zich over zee naar Palestina te begeven op schepen door de republiek van Venetië te verschaffen. In 1202 zeilde de vloot met het leger uit en nam hare richting naar Egypte, waarvan de onderwerping onmiddellijk den grond moest leggen tot de bevrijding van het heilige land. Doch het overlijden van den graaf Theobald van Champagne belette de kruisridders de verbintenissen na te komen die zij met Venetië aangegaan hadden. De Venetiërs en kruisridders heroverden intusschen de aan den koning van Hongarije overgegeven stad Zara, en 't was hier dat de grieksche vorst Alexis, zoon van den onttroonden keizer Isaak II, hunne hulp kwam inroepen en hen deed besluiten naar Constantinopel te gaan, om de rechten van Alexis te handhaven. Doch de grootsche onderneming ging met buitengewone bezwaren gepaard; twee zijden der in de gedaante van een driehoek gebouwde stad werden door de zee zelve verdedigd en de derde, welke met het vaste land in verbinding stond, was zoo versterkt, dat zij onneembaar scheen. Toch overwonnen de kruisridders al deze moeilijkheden, en de Grieken boden van zelf aan, de eischen der kruisvaders in te willigen en den onttroonden Isaak in zijne waardigheid te herstellen. Verraad en volksoproer deed de Grieken het verdrag schenden; de wettige vorsten werden van het leven beroofd en de oproerling Mursuphulus tooide zich met het purper der grieksche keizers. Met verdubbelden ernst werd thans door de kruisvaders de strijd hervat en den 12 April 1204 bezweek de grieksche keizerstad na herhaalde bestorming. Het verraad, door de bewoners der stad gepleegd, en het gebrek aan tucht, door de langdurige moeilijkheden onder de troepen der belegeraars veroorzaakt, deed de inneming van Constantinopel met gruwelen gepaard gaan, welke den roem van dit heldenfeit voor een groot gedeelte verduisteren. De geschiedenis echter spreekt de aanvoerders en vooral den graaf Boudewijn van Vlaanderen vrij van alle schuld aan deze ongeregeldheden, en ‘hij, die door Venetianen en Franken eenparig tot eersten keizer van het nieuw gestichte latijnsche keizerrijk werd verkoren,’ zegt een beroemd geschiedschrijver, ‘heeft zich bij de inneming den onvergankelijken roem van een waar christenheld waardig gemaakt.’ Onze gravure stelt den heldhaftigen graaf van Vlaanderen voor op het oogenblik dat hij de wallen der stad beklommen heeft en zijne ridders aanspoort zijne voetstappen te volgen.