De dood van Karel den stoute.
Den 18 Mei van het jaar 1473 bood de stad Trier een schouwspel, dat als 't ware een herinnering scheen te wezen aan de schoone dagen van vroeger toen deze stad nog de geliefkoosde verblijfplaats der keizers was. Omgeven van een luisterrijken stoet waren op dien dag de duitsche keizer Frederik III met zijn zoon Maximiliaan en Karel van Bourgondië, bijgenaamd de Stoute, met diens eenige dochter Maria, de gasten der jubelende oude keizerstad.
Het gold de verwezenlijking van een grootsch denkbeeld, de vorming namelijk van een machtig koningrijk, dat als een bolwerk tusschen Frankrijk en Duitschland de aanmatigende eischen zoowel van den eenen als den anderen nabuur in staat was te temperen en welks vestiging bijgevolg een groote wijziging in de nieuwere geschiedenis zou hebben tot stand gebracht.
Doch Karel de Stoute was de man niet, om dit groote ontwerp te verwezenlijken; eerzucht en begeerte naar een koningskroon was hoofdzakelijk het doelwit, dat hij beoogde. Daarom begaf hij zich naar Trier. De hand van Maria, die hij aan Maximiliaan verloofde, was hem niets dan de koopsom, waarvoor hij zich de koninklijke waardigheid hoopte aan te schaffen. Maar op 't oogenblik, dat het contract zou geteekend worden, werd eensklaps zijn plan verijdeld. Karel wilde dat de krooning plaats had vóór het huwelijk en de keizer wilde de voltrekking van het huwelijk voor hij de kroon wegschonk. Lodewijk XI spoorde keizer Frederik III aan, om in de regeering van het duitsche keizerrijk geen toegang te verleenen aan een vorst, die in staat was hen te overheerschen. Keizer Frederik gaf aan deze raadgeving gehoor, in 't geheim en gedurende den nacht vertrok hij uit de stad Trier, en liet Karel den Stoute ter prooi zijner innerlijke verbolgenheid, door de geleden vernedering en de verijdeling zijner eerzuchtige plannen in 't leven geroepen.
Al de oorlogen later door Karel den Stoute gevoerd hebben hierin hun eigenlijken grond. Het beleg van Neus, de oorlogen tegen de Zwitsers en tegen den hertog van Lotharingen hadden geen ander doel dan zich die koningskroon te verwerven waarnaar hij zoo lang gewenscht had.
De nederlagen van Granson en Morat, de inname van Nancy door den hertog René waren slechts in staat de vlam der eerzucht bij hem door wanhoop en zucht naar wraak nog meer aan te wakkeren. Door dit vuur werd zijne verbeelding zoodanig verhit, dat hij zich bij zijne omgeving gelijk een waanzinnige voordeed. Hij leefde in zijn kasteel te Brugge zonder tegen iemand, zelfs tegen zijne eigene dochter te willen spreken. Hij, die vroeger zoozeer op een net en sierlijk uiterlijk gesteld was, liet nagels en haren in 't wild groeien en vertoonde eene slordigheid in kleedij, waarover zich zelfs zijne bedienden zouden geschaamd hebben.
Op eens maakte hij het besluit bekend van den oorlog te zullen hervatten. Hij vertrekt in het midden van den winter naar Nancy om de stad te heroveren. De hertog René liet hem eerst gedurende twee maanden