De Belgische Illustratie. Jaargang 3(1870-1871)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Nummer 33] DE MOEDER DER SMARTEN. [pagina 258] [p. 258] De moeder van smarten. Een plotselinge nacht snel’ langs den hemel aan, De zonne voere ontzet het daglicht van haar baan, Als ik den hoon herdenk en den wreedaarden spot, En 't moorden van een God. Gij stondt er, Moeder, bij het schriktooneel van smart, Van rouw versmeltend, maar met onbezweken hart, Toen er uw lieven Zoon, die aan het moordhout hing De laatste zucht ontging. Uw Zoon, ach, voor uw oog aan 't kruishout uitgerekt, Verscheurd door geesels en met wonden overdekt, Die vreeslijk gapen, o hoe heeft u dat gezigt Doorboord met schicht op schicht! Ach! kaak- en geeselslag, bloed, wonden zonder tal, Bespuwing, naaglen, kroon, speer, myrrhe, dorst en gal, o Welk een mengeling van folterende smart Voor 't minnend moederhart. Toch bleef ze er staan de Maagd in hooger heldenkracht Dan eenig martelaar, en, door Gods wondermagt, Sterft gij in 't vlijmen van een moordend zielsverdriet, o Teerste Moeder, niet! Vorige Volgende