De koning van Pruisen te Versailles.
De vernedering welke het verblijf der Pruisen in 't paleis, door Lodewijk XIV aan ‘al de glorie van Frankrijk’ gewijd, voor het fransche volk bevatte, werd vooral diep gevoeld op den dag, dat koning Wilhelm de groote waterfonteinen voor zich en zijn gevolg verlangde in werking te zien. 't Is deze episode, welke het onderwerp der nevenstaande gravure uitmaakt. - Eene onafzienbare menigte burgers van Versailles en pruisische soldaten waren getuigen van dit schouwspel. De maire van Versailles had de leiding der werkzaamheden en de keizerlijke lakeien in hunne met goud gegalloneerde groene uniformen hadden de zorg voor 't openen der kranen. De koninklijke stoet bestond uit den koning, prins Albert, broeder des konings, admiraal der vloot, prins Ernst van Saksen-Coburg-Gotha, en graaf von Bismarck, wiens rijzige gestalte boven alle anderen uitstak. De kroonprins kwam eerst eenigen tijd later dan de overige vorstelijke personen waarna de maire het teeken gaf tot den aanvang van het schouwspel, hetwelk voorzeker nooit zoo onverwacht en indrukwekkend was geweest.