De gebroken ruit.
Knight, de geniale engelsche schilder van het tafereel in de nevenstaande gravure voorgesteld, las eens een boek van Rowland Hill, hetwelk ten titel droeg: ‘Het dorp in oproer.’ In dit werk werd de opschudding beschreven onder de inwoners van eenige half beschaafde en heidensche gemeenten veroorzaakt door de prediking van een zendeling, die eene leer verkondigde nieuw en vreemd voor hunne ooren en zeer strijdig aan hunne gewoonten en levenswijze. De lezing gaf den schilder een denkbeeld; hij nam het penseel en doek en zoo ontstond de schilderij, waaraan hij den naam van ‘de gebroken ruit’ gaf, doch die wellicht niet ten onrechte denzelfden titel als het boek van Rowland Hill had kunnen dragen.
Immers ook hier is een oproer in liet dorp; de jeugdige bevolking verkeert in opschudding, veroorzaakt, niet door de prediking van godsdienstige punten, orde en zedelijkheid, maar door eene storing des vredes, eene verbreking der huiselijke wetten en ruiten, een inbreuk op het groote engelsche princiep dat ieders huis zijn kasteel is, en elk bezitter daarin rustig zijn ‘uiltje mag vangen.’
DE KONINGIN DER NEDERLANDEN.
De omstandigheid die zulk eene opschudding heeft te weeg gebracht is geene andere dan het breken van eene vensterruit in het huis waar de dorpsschoenmaker woont, maar of het misdrijf begaan is uit onachtzaamheid of met boos opzet kan den ouden man weinig schelen, die uit zijn werkwinkel toesnelt, de eerste twee deugnieten die hij in handen kon krijgen aangrijpt, en vraagt ‘wie brak de ruit?’ Natuurlijk de jongen, die den slinger juist heeft weggeworpen weet nergens van en eveneens zijn de twee deugnieten, die zich achter de pomp trachten te verbergen, niet minder onwetend en onschuldig. Doch er is een krachtig sprekend bewijs tegen den jongen, die de eigenaar is van den slinger en een versterkend getuigenis voor zijne schuld ligt in de verklaring, bijgebracht door den knaap in de hemdsmouwen, die hem als den schuldige aanwijst.
De jongensstreek en de inhechtenisneming hebben geene kleine opschudding veroorzaakt onder de jeugd en onder hunne ouders; eene menigte der eersten, waaronder de jongen van den vischkooper en eenige andere kleine loopjongens van winkeliers, vereenigen zich rondom de gevangenen, om de aanklacht en de verdediging te hooren; op den achtergrond wijst eene oude vrouw de gebroken ruit aan eene huismoeder, die haar kindje leert loopen; aan de deur van des schoenlappers huis staat zijne vrouw, die met hare hand de zon van hare oogen afweert ten einde den afloop der terechtstelling