Napoleon III.
Het is geen gemakkelijke taak in een beperkt artikel aan onze lezers eene biographie te leveren van den keizer van Frankrijk. Wil men hen achtereenvolgens bezig houden met de talrijke gebeurtenissen van zijn veelbewogen leven, dan behoeft men de ruimte van een boekdeel, minstens van eene brochure, en bepaalt men zich tot eene karakterschets, dan heeft men een raadsel op te lossen, dat in de eerste vijftig jaren misschien onoplosbaar is. Wanneer na eene halve eeuw de archieven aan den geschiedvorscher toegang geven tot hare geheimen, zal het wellicht mogelijk zijn een juist oordeel uit te spreken over het karakter van Napoleon; thans, nu wij alleen geleid worden door de bekende feiten uit zijn openbaar leven, welke feiten menigmaal onderling strijden, kan dit oordeel niet anders dan oppervlakkig en in vele gevallen misschien onjuist zijn.
Wij begrijpen evenwel dat bij onze lezers het verlangen bestaat den man eenigszins nader te leeren kennen, wiens leven zoovele aanrakingspunten heeft met dat van den Paus en daarom willen wij beproeven den eenmaal zoo machtigen monarch aan onze lezers te doen kennen.
Wij achten het noodig zijn leven in eenige tijdvakken te verdeelen, en doen dit als volgt:
a. | Van zijne geboorte (1808) tot den aanslag op Straatsburg (1836): Napoleon in zijne jeugd. |
b. | Van den aanslag op Straatsburg tot zijne benoeming tot volksvertegenwoor diger in 1848. Napoleon als avonturier. |
c. | Van 1848 tot 1852. Napoleon als president van de republiek.. |
d. | Van 1852 tot 2 Januari 1870. Napoleon als absoluut vorst. |
a. Lodewijk Nepoleon Bonaparte werd den 20en April 1808 te Parijs geboren; sommigen beweren dat Rotterdam, anderen dat het kasteel Arenenberg in Zwitserland land zijne geboorteplaats was. Hij was de zoon van den koning van Holland, Lodewijk, broeder van Napoleon I en Hortense Fanny de Beauharnais, dochter van keizerin Josephine, uit haar eerste huwelijk. Het is algemeen bekend dat de goede verstandhouding tusschen beide echtgenooten veel te wenschen overliet, en zij in 1807, zoo niet wettelijk dan toch feitelijk, van elkander scheidden. De koning reisde onder den naam van graaf van St. Leu door verschillende landen van Europa; zijne echtgenoote bewoonde het kasteel van St. Leu nabij Parijs en nam deel aan de schitterende feesten van het eerste keizerrijk. IJverig wijdde zij zich aan de opvoeding harer twee zonen, Jozef en Lodewijk, en het was de zoete hoop haars levens dat de eerste den keizer zou opvolgen, tot de geboorte van den koning van Rome in 1810 deze verwachting jammerlijk den bodem insloeg. Tegelijk leefde zij immer in de vrees dat haar echtgenoot, de koning, hare twee kinderen zou opeischen, hetgeen echter vooreerst niet geschiedde. Bij den val van Napoleon in 1815 moest zij Parijs verlaten; na gedurende eenige dagen in levensgevaar verkeerd te hebben, wist zij naar Zwitserland te ontkomen en vestigde zich te Constanz, verliet deze stad in 1817 voor Augsburg en leefde hier 4 jaren in de diepste afzondering.
Terwijl zij te Constanz woonde, was een gezondene van haar echtgenoot, die te Rome woonde, haar komen melden dat de koning zijn oudsten zoon tot zich wilde nemen; hoe hard haar dit bevel viel, zij moest gehoorzamen, en Jozef ging naar Rome. Hortense schonk nu hare geheele moederlijke liefde aan Lodewijk, die te Augsburg vlijtig de school bezocht en in 1821 met haar naar het kasteel Arenenberg in Zwitserland trok, waar hij aan de leiding van beroemde meesters werd overgegeven.
Hortense was zeer rijk en besteedde hare schatten om in Frankrijk de aanhangers harer familie te vermeerderen; het doel haars levens het haar rust noch duur; hare agenten verontrustten de regeering van Lodewijk XVIII, Karel X en niet minder van Lodewijk Philips. IJverig plantte zij haren zoon de zoogenaamde beginselen van 1789 in, en toen haar oudste zoon in 1831 in Italië gesneuveld was, werkte zij dag en nacht om bij Lodewijk het denkbeeld te doen ingang vinden, dat hij de wettige opvolger van Napoleon was en het volste recht op den franschen troon had. Zij knoopte onderhandelingen aan met de geheime genootschappen in Italië en liet hare beide zonen deel nemen aan de revolutie van 1831 om den pauselijken troon omver te werpen, echter met den ongelukkigen uitslag dat Jozef sneuvelde, en zij in levensgevaar met Lodewijk uit Italië vluchten moest. Daarop het haar zoon zich, waarschijnlijk met hare voorkennis, in het geheime genootschap der Carbonari opnemen, waarin hij trouw zwoer aan de revolutionaire beginselen en, naar men zegt, den eed aflegde in handen van denzelfden Orsini, die hem later naar het leven stond.
In laatstgenoemd jaar vertrok Lodewijk, dien wij voortaan Napoleon heeten zullen, naar Lyon en ondersteunde ijverig den opstand, die tegen den orleanistischen vorst was uitgebroken. Doch de opstand werd spoedig bedwongen; Napoleon was genoodzaakt in allerijl de vlucht te nemen, en nogmaals kwam hij behouden te Arenenberg aan.
Hier wijdde hij zich nu enkele jaren aan ijverige studiën, schreef een paar werken over militaire onderwerpen, die eenigen opgang maakten en liet aan zijne moeder de zorg over om voor zijne belangen te waken. De familie Bonaparte was uit Frankrijk verbannen; hare aanhangers werden echter tot zelfs in de omgeving van Lodewijk Philips gevonden. Met hen voerde Hortense voortdurend briefwisseling; hun zond zij groote sommen gelds om den koning te bestrijden en nieuwe aanhangers voor hare partij te winnen. Weldra meende zij het terrein genoegzaam bewerkt te hebben om eene proef te wagen en met haren zoon en hare partij ontwierp zij een plan om Straatsburg te verrassen.
(Wordt vervolgd.)