Audientie bij Pius IX.
Eenige protestantsche predikanten en professoren met hunne echtgenooten, verlangden onlangs, gedurende hun verblijf te Rome, eene audiëntie bij Z.H. den Paus te hebben, welke hun terstond werd toegestaan. Vóór het bezoek spraken ze met elkander. af om zich niet aan de gewone ceremonie van den voetkus te onderwerpen, daar deze met de waardigheid van hun persoon scheen te strijden.
De audiëntie heeft plaats, de eenvoudige en majestueuse houding van den Paus, zijn heldere en zachte blik, de liefdevolle wijze, waarop hij de binnentredenden groet, treffen de reizigers zoodanig, dat zij terstond hunne afspraak vergaten en zich een voor een aan 's Pausen voeten wierpen om den gewonen cijns van eerbied te voldoen.
‘Ik zal U mijnen zegen geven’, zeide de Paus met diep bewogen stem; ‘indien ge al niet aan den plaatsbekleeder van Christus gelooft, den zegen eens vaders zult ge niet versmaden.’
Innig getroffen knielden de Protestanten neder en verlieten de gehoorzaal met de overtuiging, dat er eene geheime kracht uitgaat van Christus' stedehouder, waaraan zelfs de vijanden der Kerk niet kunnen weerstaan.