Belgische Muzen-Almanak. Jaargang 5
(1830)– [tijdschrift] Belgische Muzen-Almanak– Auteursrechtvrij
[pagina *4]
| |
[pagina XV]
| |
Voorwoord.In ons Jaarboekje voor 1825 deelden wij onzen Lezers eene afbeelding mede van den Voorgevel der Gentsche Hoogeschool, die den 9 October 1817 werd ingesteld, bij welke gelegenheid een Gedenkpenning is geslagen, ten opschrift voerende de woorden: aulae academicae constructione decreta, aan de eene zijde; in den onderrang: aere municipali mdcccxix; en op de andere zijde: posito principe lapide s.p. q gand. festum et solemnem diem sacravit. | |
[pagina XVI]
| |
Voor den ingang staat in de fries: auspice. gulielmo. i. acad. conditore. posuit. s.p.q.g. mdcccxxvi. Thans deelen wij ook eene afbeelding mede van de Voorzaal dezer Hoogeschool, een meesterstuk van Bouwkunde, dat den naam van onzen Landgenoot Roelandt, die het plan vormde, zal vereeuwigenGa naar voetnoot(1). De kolommen en pilasters zijn Korintisch; de kapiteelen, waarop de kroonlijst rust, sierlijk; de breede bogen in paneelen verdeeld, die met rozetten versierd zijn; de galerijen in twee rijen; de ronde nissen met de beeldtenissen vervuld van | |
[pagina XVII]
| |
de Vorsten, die, sedert Karel den Groote tot Willem I, de beoefening der Kunsten en Wetenschappen meest hebben begunstigd; de vloer is van verschillende marmersteenen; de arkade is twintig voet wijd, vanwaar de groote trap begint; de glansende muur, eindelijk, doet de rijke deuren der Promotie-zaal, welke men van verre ziet, heerlijk voorkomen. Wij meenen het Publiek met de mededeeling van deze afbeelding zeker aangenaam te zullen verrassen, gelijk wij ook hopen, dat het Steenplaatdrukje, - zijnde een Gezigt van het Park, te Brussel, en wel op het nederig Paleis van onzen innig beminden Vorst en Vader, - als eene proeve van de gelukkige beoefening dezer soort van Drukkunst in de Zuidelijke Gewesten des Rijks, hier der plaatsing niet onwaardig zal worden gekeurd. Wij hebben niets meer hier bij te voegen, dan | |
[pagina XVIII]
| |
onzen hartelijken dank aan al degenen, die, in Zuid en Noord, tot ons Vaderlandsch doel hebben meê willen werken. De belooning voor ieders pogingen ten goede, zij de bloei van het lieve Vaderland, de luister van het Vorstelijk Huis. En hiermede trede ons Boekje den nieuwen Jaarkring in; allen, die het Rijk van het Ware, Goede en Schoone ten steun zijn, wordt het met bescheidenheid aangeboden.
De Redactie. Gent, 1 December 1829. |
|