Belgische Muzen-Almanak. Jaargang 4(1829)– [tijdschrift] Belgische Muzen-Almanak– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 40] [p. 40] Nederland. Van 't paradijs der aarde, Van Neêrland zingen wij; Dáár smaakt men 's levens waarde, Dáár is 't geweten vrij, Dáár schittren wijsheidsstralen Voor Waarheid, Deugd en Regt; Hun zij, die Neêrland smalen, Er 't burgerschap ontzegd. Want Neêrland telt geen slaven, Maar schraagt de vrijheidstroon; Ben braafsten aller braven Siert dáár de Koningskroon: [pagina *6] [p. *6] [pagina *7] [p. *7] [pagina 41] [p. 41] Hij, de aangebeden Vader Van Neêrlands volk, zijn kroost, Is Neêrlands zegenader - Is Neêrlands steun en troost. Dat ginds weêr tweedragt woede En roof en Christenmoord, Des oorlogs geesselroede Laat Neêrland ongestoord; Op Neêrland rust Gods zegen, 't Is vrede en rust gewijd; De welvaart lacht het tegen En kroont er kunst en vlijt. Door eendragt, liefde en trouwe Werd Neêrlands voorgeslacht En 't stamhuis van Nassouwe Tot roem en eer gebragt; 't Was ook dier deugden luister, Die Neêrlands adel schiep, En ons, uit dwang en kluister, Ten top van glorie riep. [pagina 42] [p. 42] Ja, Neêrland, erf der dappren! Men ducht uw Leeuwenzwaard; Uw vlag blijft veilig wappren; Uw' handel roemt heel de aard'; Beschaving siert uw velden; Gij zijt, door 's Hemels gunst, De wieg der Letterhelden, - De kweekschool van de Kunst. Doorkruis de werelddeelen, Wat Rijk aanlokkend zij, Op 't schoonst der landtooneelen, Op Neêrland bogen wij: Geen land zoo rijk in waarde, Geen land zoo hoog in roem, Geen, dat meer wondren baarde Dan Neêrland, 's werelds bloem. Straal, zon der Nederlanden! In vollen middaggloor, Schenk heil aan alle stranden, Licht alle volkren voor; [pagina 43] [p. 43] En - God! verhoor mijn bede, Zij rijst uit 's harten grond: Bloeij' Nederland in vrede Tot 's werelds avondstond! gorinchem. A.J. TEN HAGEN, Jzn. Vorige Volgende