Belgische Muzen-Almanak. Jaargang 3(1828)– [tijdschrift] Belgische Muzen-Almanak– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 185] [p. 185] Aan Mejufvrouw N., Ter Verjaring. 't Oude jaar is moê en mat Naar het niet getogen, 't Nieuwe staat in frissche jeugd Voor uw vonklende oogen; 't Komt u blij en lagchend voor, Maar, o, 't heeft zijn streken; Niemand weet, wat of 't bevat, Wat het u zal kweeken. Ligt, ligt brengt het dans en spel, Dartelen en kozen, En den kelk van 't zoetst genot En een pad met rozen; [pagina 186] [p. 186] Ligt zal 's levens lente-zon Vrolijk u beschijnen, En het bloempje van de vreugd' Nimmer voor u kwijnen..... Mooglijk wekt het zorg en smart, En, bij 't rozen-plukken, Scherpe doornen, die zoo wreed Pijnigen en drukken; Mooglijk, dat uw lief gelaat Zwemmen moet in tranen, En de schoone zon der vreugd' Ondergaan en tanen; Mooglijk moet ge.... maar, o neen, Staken we ijdel gissen: Hij, die alles wijs bestuurt, Zal zijn doel niet missen. Tot uw heil is 't ingerigt Wat zijn hand zal geven; Veilig rusten op zijn trouw Ademtogt en leven: [pagina 187] [p. 187] 't Muschje, dat de lucht doorzweeft Voor zijn kroost en gade Vindt zijn nooddruft overal, Want Hij slaat het gade! Zoo ook blijft Hij, mijn vriendin, Teeder voor u zorgen; Daarom voegt ons 't vreezen niet Voor den dag van morgen. Kom, het nieuw ontsloten pad Moedig ingeslagen, Kom, geheel uw kloppend hart Aan Hem opgedragen. Treft u 's levens tegenspoed, Buk u onder 't lijden: Eens, eens maakt Hij alles wel, Smart en vreugde beiden; Maar, is zoet genot uw deel, In 't kortstondig leven, Hem, die 't zoet genot u gaf, Hem den dank gegeven! [pagina 188] [p. 188] Zoo zult ge even blij te moe Roos en distel rapen, En in 's levens avonduur Stil en zacht ontslapen. leyden. G. VAN DE LINDE, Jz. Vorige Volgende