Belgische Muzen-Almanak. Jaargang 3(1828)– [tijdschrift] Belgische Muzen-Almanak– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 183] [p. 183] Opwekking tot vreugde. Naar het Hoogduitsch van Hôltij. Wie zou zich hier met grillen plagen, In 't prilste van den lente-tijd, Wie heeft in 't bloeijen zijner dagen Zich niet der gulle vreugd' gewijd. Ja, vreugde wenkt ons aller wegen, Waar wij ook op deze aard' bestaan; Zij spreidt ons immer heil en zegen, Zelfs op des levens distelpaân. Nog zien wij 't beekje helder vlieten, Nog is het lommer koel en groen; De maan wil nog haar stralen schieten, Zoo als zij 't eertijds plagt te doen. [pagina 184] [p. 184] Het druivensap bant nog den kommer, En maakt der kranken hart gezond, Nog smaakt des avonds in het lommer Een kusjen op een' rooden mond. Nog geeft de zang der filomeelen Den grijsaard meerder levenslust, Nog stroomt, als zij haar liedren kwelen, In 't hart der diep bedroefden rust. Wilt dus niet angstig zweeten, zwoegen, Daar de aarde u zoo veel vreugde biedt; Maar weigert toch bij al 't genoegen Uw' dank den milden Gever niet. antwerpen. A.J. VAN DER AA. Vorige Volgende