Het burgerlijk huwelijk moet steeds aan de huwelijksinzegening voorafgaan, behoudens de uitzonderingen, bij de wet te bepalen zo daartoe aanleiding bestaat.
Art. 17. - Het onderwijs is vrij; elke preventieve maatregel is verboden; de bestraffing van de misdrijven wordt alleen bij de wet geregeld.
Het openbaar onderwijs, op 's Lands kosten gegeven, wordt eveneens bij de wet geregeld.
Art. 18. - De drukpers is vrij; de censuur kan nooit ingesteld worden; geen borgstelling kan worden geëist van de schrijvers, uitgevers of drukkers.
Wanneer de schrijver bekend is en zijn woonplaats in België heeft, kan de uitgever, de drukker of de verspreider niet worden vervolgd.
Art. 19. - De Belgen hebben het recht op vreedzame wijze en ongewapend te vergaderen, mits zij zich gedragen naar de wetten die het uitoefenen van dit recht kunnen regelen, zonder dat het nochtans aan een voorafgaand verlof wordt onderworpen.
Deze bepaling is niet van toepassing op de bijeenkomsten in de open lucht, welke ten volle onderworpen blijven aan de politiewetten.
Art. 20. - De Belgen hebben het recht zich te verenigen; dit recht mag niet aan enige preventieve maatregel onderworpen worden.
Art. 21. - Ieder heeft het recht zich met verzoekschriften, door één of meer personen ondertekend, tot de openbare overheden te wenden.
Alleen de gestelde overheden hebben het recht verzoekschriften in gemeenschappelijke naam in te dienen.
Art. 22. - Het briefgeheim is onschendbaar.
De wet bepaalt welke agenten verantwoordelijk zijn voor de schending van het geheim der aan de post toevertrouwde brieven.
Art. 23. - Het gebruik der in België gesproken talen is vrij; het kan slechts bij de wet geregeld worden en alleen voor de handelingen van de openbare overheid en voor de gerechtszaken.