van den jongen heer Antoon Busschots van St. Gillis (Waas), student in wetenschappen ter Hoogeschool van Leuven, na eene zeer kortstondige ziekte overleden binnen het loopende Nieuwjaarsverlof.
Ons leven hier is niets! 'T lijkt naar de bloem der lent';
Het gaat als rook voorbij, 't bedriegt als ijdle droomen...
't Bestendig goed, dat schok noch wissling kent,
Zal eerst in ons genot na 't aardsche leven komen.
S. Chrysost. - Epist. ad Theod.
De dood heeft niets ontzien - den frisschen bloei van jeugd,
De blijde levenshoop, de rein bewaarde deugd...
Die zijner oudren kroon en 't licht was hunner oogen,
Hun zoon en eenig kind, wordt plotslijk hun onttogen.
Hij bracht in 't vaderhuis zijn blijden nieuwjaarsgroet,
Doch kwam er rillend reeds met koorts van dood in 't bloed...
Geen liefdezorg, noch wat nu kunde en raad verzonnen,
Noch bede en traan, mets heeft 't geweld des doods verwonnen.
Wien zulke wonden 't harte slaan
Gelukkig zijn ze die gelooven.
Het is ons Vader van hierboven
Die 't zoo gewild heeft en gedaan.
Hij geeft en neemt; Hij weet waarom; Hij is de Heer...
't Geloof herkent zijn hand en buigt aanbiddend neer.