Het Belfort. Jaargang 11(1896)– [tijdschrift] Belfort, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 387] [p. 387] Goenavond Geen' heerdsteê nu, geen' kave in 't dorp, of rook en laat ze puilen ten avonde in, die nederdaalt. De vogels zijn gaan schuilen. En schuilen gaan, zoo een zoo al, nu stillekens, beneden hun eigen dak, de menschen, met hunne afgewrochte leden. Geen' heerdsteê, noch geen' kave, of elk en heeft er ééne in de ooge: ‘De vrouwe legt nu hout aan 't vier: de rook gaat rechte omhooge.’ Heel 't schamel dorp is moe en mat gekruid, gekreund, gekropen, 't allaam gewend in 't akkerland, en stakestijf gestopen. [pagina 388] [p. 388] Den rugge gaan zij rechten en, te langen tijd gebogen, zal, zorgeloos nu, elk ende een zijn pijpken rooken mogen. Te berde staat, en roept alreê, de zoppekom: al keuken, al eetzale is het leemen huis, al kittelende reuken. ‘Goenavond, Jan; goenavond, Joos, goenavond, al te zamen: tot morgen! Smake in 't eten, en...’ Zoo moge 't wezen! Amen. Guido Gezelle Kortrijk, 22 in Zaaimaand, 1896. Vorige Volgende