‘Dat men met oordeel en ernst zoeke naar het rechte Nederlandsche woord op de rechte plaats; dat men niet uit sleur het vreemde woord blijve gebruiken, als er een goed Nederlandsch voor het begrip bestaat, of het vreemde boven het met oordeel gemaakte nieuwe blijve verkiezen, b.v. het onzinnige vélocipède boven het uitstekende rijwiel; het dwaze chemin-de-fer boven het voortreffelijke handkoffer; het onverstaanbare en onhollandsche boemeltrein boven het, naar sukkeldrafje gevormde, glasheldere sukkeltrein. Laat men trachten voor te voren onbekende of nog niet in het Nederlandsch genoemde begrippen goede Nederlandsche woorden te vormen, zooals spoorwagen, briefkaart, draadbericht, betoogìng, enz. En laten dan allen, die te voren, als zij die woorden voor het eerst hoorden, glimlachten en de schouders ophaalden, van nu af liever medewerken, om waar zij kunnen, het invoeren van zulke woorden te bevorderen.’
(J. Verdam: De Geschiedenis der Nederlandsche Taal in hoofdtrekken geschetst. Leeuwarden, 1890; bl. 105.)
Een dagblad stoefde in den tijd bijna dagelijks dat het in geheel het land straalde (voor rayonnait, willende zeggen dat het geheel het land door verspreid was). Het gaf zich zoo onwetens den naam van eene wesp te zijn!
Jurij. - Dit basterdwoord in de gesproken taal als zijnde van het mann., in de geijkte boekentaal als zijnde van 't vrouw. geslacht gebezigd. Men geve de voorkeur aan 't Vlaamsch keurraad, rechtbank van gezworenen, boeteneed, eed, enz.
Moeten. - ‘Hoeveel moet ik u?’ voor hoeveel ben ik u schuldig? is Vlaamsch in een Fransch kazakje.
(Bijdragen tot Taal- en Stijlzuivering, door J. Muyldermans.)
Ter gelegenheid der ontploffing in de Fransche Kamer spreken vele bladen, naar aanleiding van het Fransche l'abbé Lemire, van den abt Lemire. Het diende te zijn de eerwaarde heer Lemire: abt wordt alleen gebruikt voor iemand die aan het hoofd eener abdij staat.
Op de vraag, in de laatste Belfortaflevering, waar blaffeture mag vandaan komen, deelt ons de heer P. Schelstraete, van Wondelgem, de volgende gissing mede:
‘Blaffeture, of beter plaf(f)eture, is eene verbasterde samentrekking van plat de devanture. Platplaat, vlak, vierkant-blad, blinde luik. Dus blinde of luik aan eenen voorgevel. Onwaarschijnlijker zou 't van plaque afgeleid worden... Ik houd mij aan plafeture = plat de devanture = voorgeblinde = vensterluik.’