sche dialecten te voorschijn: ouwe, owe, awa, awe, auwe, ewa, egia, eye, ei (van daar eiland), ô, ogia, oye, oi.
In 1159 schreef men Watawa. Daar hebt ge: awa. Mits de klankverschuivingen heeft men o.a. het consonantenpaar: h-w; zoo hebben wij nevens aha, water, awa, bewaterde plaats.
Wat beteekent in Kiliaan en ook van ouds en eeuws: wade, doorwaadbare plaats.
Zoo dat de dorpsnaam Watou aan een doorwaadbaar weiland zijnen naam zou kunnen te danken hebben.
Roorda in zijne klankleer en J. te Winkel in den Grundriss der Germanischen Philologie wijzen beiden eene verschillige uitspraak aan van ui volgens Bell-Sievers' vocaalstelsel.
Laat Vercouillie of Dassonville, Cosijn of Van Helten elk hunne verschillige tafel van klinkers opstellen en dan hebben wij de volkomene eenheid... gesteund op de hegemonie van Noord-Nederland.
J. Cl.