Het Belfort. Jaargang 8(1893)– [tijdschrift] Belfort, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 50] [p. 50] De schepping der roos. Een teeder schaapje zat in 't groen Aan eenen rozenstruik te knagen; Het wilde wel geen schade doen, 't Was maar uit lust en uit behagen. Dit zag de rozendoorn en nam Een vlokje wol van 't kleine lam, Het zou daarvan niet naakter wezen. Toen kwam de zanger van den Nacht Om bouwstof voor zijn nest te lezen. Hij sprak: ‘Schenk mij dat vlokje vacht, En, staat mijn nestjen in 't geboomt', Ik zal u met een lied betalen Vol schoonen dank uit 't hart gestroomd, Waarbij geen maatgezang kan halen.’ De doorn ontsluit de scherpe hand, De nachtegaal ontvangt het pand, En als zijn nestje was gebouwd, Weêrklonk zijn lied door 't luistrend hout. Hij zong van liefde- en dankbetoon, En op die klanken zoet en schoon Is uit den rozendoren De lieve roos geboren. Overyssche, Mei 1893. E. Rigaux. Vorige Volgende