toonkunstenaar eigen. In het begin zijner loopbaan gaf hij, op weinige maanden tijds, meer dan honderd zangen bij de dertig klavierstukken uit. Het valt niet in ons bestek Tinels werken afzonderlijk te bespreken of zelfs ze alle op te sommen. Eene grondige studie daarover ware nochtans voor België hoogst wenschelijk; immers, wij moeten het tot onze oneer bekennen, 's mans meesterstukken werden tot nu toe in den vreemde beter naar waarde geschat dan in zijn eigen vaderland.
Alzoo maakte zijne ‘Orgelsonate’ in Duitschland den grootsten opgang. Het is van haar, dat Frans Witt, voorzitter van het Ceciliaverein, verleden jaar in Beieren overleden, gezegd heeft, dat zij alleen met die van Beethoven te vergelijken is.
Zijne Bünte Blätter (klavier), in België minder bekend, beleven in Duitschland reeds hunne tweede uitgaaf.
Over ruim vijf weken werd te Stuttgart (Wurtemberg) zijn Te Deum voor mannenstemmen met orgel uitgevoerd. Zoozeer viel de toonzetting in den smaak, dat de maker daarvan ongevraagd eene geldzending (eeresoldij) ontving, wat alleen met de aanzienlijkste toonkundigen gebeurt.
Zijn ‘Polyeucte,’ die onlangs te Brussel zooveel bijval verwierf, dagteekent van vóór twaalf jaar. Doch sedert heeft Tinel de orkestpartij heel omgewerkt, en alzoo bracht hij een meesterstuk tot stand, waarvan de uitvoering èn op de leden van het orkest, èn op de toehoorders den diepsten indruk heeft teweeg gebracht. Het werk bevat: 1o een openingstuk (ouverture), 2o de droom van Pauline, 3o de dans in den tempel van Jupiter, dans, die afgebroken wordt door de komst van Nearque en het omwerpen der afgodsbeelden. Daarna schetst de muziek ons den triomf van het christelijkelement.
Doch ontegensprekelijk de grootste en volmaakste schepping van den meester, ja, een der eerste kunst gewrochten, die de Vlaamsche muziekschool in deze