Het Belfort. Jaargang 4



[pagina 50]
Aan onze heilige Vlaamsche Patronesse Sinte Luitgaarde. (Feestdag 16 Juni.) 'TIS schoon wanneer in 't lentgetij De zilvren beek door 't ruischend riet Gelijk een blankgeschubde slang Al kronklend langs de weiden schiet; 't Is schoon wanneer de regenboog, Het blauwe firmament omspant, En de eene kimme aan de andre bindt Met zijnen zevenkleurgen band. 't Is schoon wanneer de lelieblom Den breederen blanken kelk ontvouwt, En op heur blinkend tintlend hert De zon heur stralen giet van goud! 't Is schoon wanneer bij 't nachtelijk uur Het sterrenheir aan d'hemeltrans Naar 't sluimrend aardrijk nederschiet, Het pinkend flonkren van zijn glans. Doch schooner als de zilvren vliet, En schooner als de regenboog, En schooner als de lelieblom, En schooner als der sterren oog. Glanst, o Luitgaarde, Vlaamsche Maagd, De gouden zon der zuiverheid Die stralend van uw glorietroon, Heel Vlaandren dóór haar licht verspreidt! Gent. Th. De Rycke.