Het Belfort. Jaargang 4
(1889)– [tijdschrift] Belfort, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 46]
| ||||||||||||||||
Jan Palfyn's familie.BINNEN weinige maanden viert de stad Kortrijk plechtig de inhuldiging van Jan Palfyn's standbeeld door Vincotte. Wellicht zullen dan ook de lezers van het Belfort geerne eenige bijzonderheden vernemen aangaande de familie des verdienstelijken mans. Dit punt werd ten andere tot heden toe door niemand aangeroerd. Jan Palfyn's grootvader vestigde zich op het einde der XVIe eeuw te Meenen. Daar liet hij ten minste zes kinderen doopen. Wij zeggen: ten minste zes, omdat de Meenensche registers van den burgerlijken stand eene groote leemte aanbieden. Van den 25 Februari 1594 tot den 1 Maart 1599 werd er geene enkele acte ingeschreven. De aanteekeningen dezer twee jaren volgen nochtans regelmatig op elkander, en wel op hetzelfde blad in hetzelfde register. Die grootvader heette Willem. Vijf zijner kinderen werden ingeschreven:
Willem vinden wij ten jare 1624 te Kortrijk; Catharina en Jacoba traden hier herhaaldelijk op als meters van kinderen hunner broeders Willem en GillisGa naar voetnoot(2). Gillis' geboorteacte vonden wij niet; doch het is meer dan waarschijnlijk, dat hij tusschen den 25 Februari 1594 en den 1 Maart 1599 ter wereld kwam. | ||||||||||||||||
[pagina 47]
| ||||||||||||||||
Willem Palfyn, zoon van Willem, trouwde rond 1619 met Catharina Bouchout. Toen hij te Kortrijk aankwam, had hij reeds drie kinderen: Willem, Jacob en Pieter. In laatstgenoemde stad liet hij verder doopen:
Den 19 April 1632 aanveerdde men Willem Palfyn als poorterGa naar voetnoot(1). De acte noemt den vader en zijne negen kinderen, waaruit wij opmaken, dat Catharina Bouchout alsdan overleden was.
Gillis Palfyn, broeder van Willem, werd den 8 November 1636 insgelijks als poorter van Kortrijk ingeschreven. Eenige dagen nadien, en wel den 19 November, trouwde hij met Margareta Deroore, dochter van Simon. Egidius Paelvinck en Margareta Deroore; testes Petrus Carboneel et Guillielmus PaelvinckGa naar voetnoot(2).
Margareta Deroore had twee zusters en éenen broeder: Jan, echtgenoot van Catharina Brouckaert; Maria, echtgenoote van Jan Rycke, en Catharina, echtgenoote van Mathijs Valcke.
De doopacte van dit laatste kind, den toekomenden heelmeester, luidt als volgt:
Proles Egidri Palfin et Margarethoe Deroore, noe Joannes, suscepta a Joe Deroore et Margaretha Winnebroot.
Ten jare 1679 trad Jan Palfyn in den echt met Margareta Wallaert, evenals hij geboortig van Kortrijk en behoorende tot eene welstellende familie. Zekere Jan Wallaert was lid van het | ||||||||||||||||
[pagina 48]
| ||||||||||||||||
kortrijksch magistraat in de jaren 1658, 1659, 1662 en 1632. Eenige jaren nadien was Adriaan Wallaert schepen (1690, 1698 en 1699). Ten jare 1690 leende hij aan Karel II eene som van 500 pond grooten.
De vier eersten werden geboren te Kortrijk, de twee laatsten te Yperen.
De familie Palfyn behoorde zeker tot de kleine burgerij. Tot staving van dit gezegde zullen wij drie omstandigheden aanhalen. Na den dood van den aartshertog Aalbrecht (13 Juli 1621) zag Vlaanderen een rampzalig tijdperk aanbreken. De rekeningen der gemeenten vermelden schier alle jaren aanzienlijke sommen, welke voor het onderhoud der krijgsbenden betaald wierden. In 1624 betaalde de stad Kortrijk 17153 pond parisis; in 1631 de som van 14500 pond; in 1635 ruim 40000 pond, enz. In 1635 was de stad gansch uitgeput door ‘sober neringhe’, en in 1648 sprak Philip IV van ‘haerlieder gansche desolatie ende bederfenisse’. Onze lezers zullen verstaan, dat de eerste helft der XVIIe eeuw waarlijk een tijd van ‘sober neringhe’ was, dat de groote hoop geene schatten kon verzamelen. Den 2 October 1666 overleed Jan Palfyn's oudste broeder: Gillis. De acte van zijn overlijden meldt in volle letters, dat hij begraven werd met eenen ‘klinkklank’, eenen laagsten dienst. De registers der ‘weeserie’, te Kortrijk, behelzen slechts tweemaal den naam Palfyn. Daar leeren wij dat Jans eigen rechtzweer, Pieter Palfyn-Van de Casteele, een ‘merschelken bezat in Denterghem en eenig catheylegoet’. Ziehier het stuk: ‘Meester Guilliame Palfyn, fs Guilliame, in Cortrycke, en Philip Van de Casteele, in Gotthem, beide voogden van Adriaenken Palfyn, fs Pieter, brynghen over by eede den 26 Juli 1654 't goet dezelve weeze verstorven by den doot van vader, te weten d'helft van een merschelken in Denterghem, groote IIe ende half.... ende van catheylegoet de somme van twee pond parisis, suyver boven alle commeren ende lasten....’ Adriaan Palfyn trouwde in 1679 met Maria de Geyne. Bij zijnen dood (1688) erfden zijne twee zonen het voornoemde ‘merschelken’. Noch te Meenen, noch te Yperen vonden wij iets in dien zin.
Th. Sevens. |
|