Het Belfort. Jaargang 4
(1889)– [tijdschrift] Belfort, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 245]
| |||||||||||
Boekennieuws en kronijk.Onder den titel: De Nederlandsche rechtstaal in Noord- en Zuid-Nederland, heeft de heer Julius Obrie, rechter te Dendermonde en lid der Koninklijke Vlaamsche Akademie, bij de uitgevers S. Leliaert, A. Siffer en Cie de redevoering uitgegeven door hem uitgesproken den 15 September 1887, in de eerste afdeeling van het XXe Nederlandsche en letterkundig kongres, te Amsterdam. Prijs fr. 0,50. In deze bondige verhandeling wijst de heer Obrie erop dat de Zuid-Nederlanders, ongelukkiglijk, nog immer in den waan verkeeren dat de rechtstaal in Noord-Nederland doorspekt is met nuttelooze bastaardwoorden. Niets is echter minder waar en, onder dat oogpunt hebben wij, Vlamingen, van onze Noorderbroeders veel te leeren. Het nieuw Nederlandsche Strafwetboek mag, onder dat opzicht, als een voorbeeld van zuiverheid van taal aangestipt worden en thans is men bezig ook het Burgerlijk Wetboek in dien zin te overzien. De manier van vertalen is, in Noord-Nederland dan ook veel redematiger dan ten onzent, alwaar men, in plaats van de voortestellen zaak te doorgronden, zoomaar het Fransche woord aanpakt en naar de letter vertaalt. Zoo vertaalde Ledeganck jugement contradictoire door wedersprakig vonnis, in plaats van vonnis op tegenspraak, waardoor de Noord-Nederlanders de rechte beteekenis wedergeven. Bij ons wordt algemeen rente perpétuelle door eeuwigdurende in plaats van altijddurende rent vertaald en zegt men dan ook eeuwigdurende dwangarbeid in plaats van levenslange, alsof, zegt de schrijver terecht, iemand ook na zijn leven nog dwangarbeid kon worden opgelegd. Solidair wordt hier algemeen vertaald door het woord elkheel, door Ledeganck uitgevonden. Onnoodig erop aantedringen dat hoofdelijk, zooals men in Holland zegt, veel beter het beteekende wedergeeft; permis de port d'armes wordt in Vlaanderen wapendracht, terwijl jachtverlof de echte beteekenis in zich besluit. | |||||||||||
[pagina 246]
| |||||||||||
Deze weinige voorbeelden doen zien dat de rechtstaal onzer Noorderburen de onze verre vooruit is. Ook achten wij den heer Obrie den geschikten man om, in eene volledige verhandeling, de verkeerdheden onzer Vlaamsche rechtspraak afdoende terecht tewijzen. Wij zien dan ook met verlangen de uitgave te gemoet van zijne Formulieren voor de Burgerlijke rechtsplegingGa naar voetnoot(1), een werk dat op den omslag der thans verschenen brochuur is aangekondigd en dat bestemd is om de grootste diensten te bewijzen aan magistraten, advokaten, deurwaarders, notarissen, zaakwaarnemers enz. die verplicht zijn de rechtspleging in het Vlaamsch uitteoefenen of er rechtstreeks mede in betrekking zijn. Wat ons bijzonder getroffen heeft is, door de brochuur van den heer Obrie te vernemen dat de meeste en daaronder ook de beste werken der Noord-Nederlandsche rechtsgeleerden in onze openbare boekerijen, onder andere in de bibliotheek der Gentsche Hoogeschool niet te vinden zijn. Alzoo belet men onze studenten in de rechten zich in de Nederlandsche rechtstaal te bekwamen en dan roept men uit: er zijn geene Nederlandsche boeken over rechtleer voorhanden! Ziedaar nog eene gewichtige Vlaamsche grief, waarvan de verdwijning, door de nieuw gestemde wet op het gebruik der talen voor het strafgerecht, noodzakelijk wordt gemaakt!
A.V.B.
Eenige regeltjes. Handboeksken, waar de Vlaamsche studenten hunne moedertaal behoorlijk in leeren schrijven en uitspreken door de oudleeraars Jan Bols, briefwisselend lid der koninklijke Vlaamsche Academie, pastoor van Alsemberg, en Jan de Ruysscher, onderpastoor van Ruisbroek-aan-den-Rupel. Derde uitgaaf. - Lier, Joseph Van In en Cie. - 72 bladz. in 16o. - Prijs: fr. 0,50. Een kostbaar werkje voor al die met hunne moedertaal niet wel uit de voeten kunnen! 't Ware dan ook zonde zoo al de Vlaamsche tijdschriften het niet hielpen verspreiden. Wij kunnen zulks niet beter doen dan met een artikel aan te halen den 20 januari in de Brusselaar verschenen: ‘Als ze maar praktisch worden, de Vlamingen. Onlangs kondigden wij Het Vlaamsch Bestuur aan, van ridder A. de | |||||||||||
[pagina 247]
| |||||||||||
Corswarem, en te dier gelegenheid stuurden wij eenen oproep tot de mannen van goeden wil, om ons, elk in hun vak, met werken en werkjes te begiftigen, die den Vlaming het gebruik zijner taal vergemakkelijken. Thans is 't ons gegeven over een werkje te spreken, dat op eene eenvoudige wijze iederen Vlaming, die zijne taal spreken kan, in staat stelt haar ook betamelijk te schrijven. Ziehier het plan van dat boekje: I. Spraakleer. - Letters en lettergrepen. - Woordsoorten: Naamwoorden: Geslacht verbuiging, meervoud, verkleinwoorden; - Bijvoeglijke woorden: Verbuiging, zelfstandig gebruikte, bijnamen....; - Telwoorden; - Voornaamwoorden; - Werkwoorden; - Bijwoorden; - Voorzetsels; - Voegwoorden. II. Uitspraakleer. Klinkers; Medeklinkers; Klemtoon. III. Bijlage. Uitspraak der redenaars vóór eene talrijke menigte; Uitspraak der zangers; Uitspraak der vreemde woorden; Uitspraak in den gewonen omgang; Bastaardwoorden in onze Vlaamsche gesprekken; Fransch met Vlaamsche woorden uitgedrukt; Het voordragen van verzen. IV. Brieven. En dat alles is eenvoudig, kort en klaar voorgedragen, zoodat iedereen het vatten kan. Alle regels worden aangeroerd, maar op de noodzakelijkste wordt wat meer gedrukt, als: de spelling met enkele of dubbele klinkers, 't gebruik van g of ch, van de of den, de verbuiging der zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden, het gebruik van d en t in de werkwoorden. De tafel van de vervoeging der werkw. is buitengewoon klaar en de uitleg, die daarop volgt, kan de moeilijksten voldoen. Het langgevierde haantje-vooruit, het drie kwaart fransche zich wordt wel niet uitgecijferd, maar komt er toch kaal van af! De bijwoorden, voorzetsels en voegwoorden bieden voortaan geene moeilijkheden meer. En bij middel van de Alphabetische Inhoudstafel kunt ge in eenen oogwenk allen voorkomenden twijfel oplossen. De uitspraakleer is meesterlijk behandeld en het aanhangsel, dat over de brieven spreekt, kan zelfs mannen van 't vak te pas komen. Welaan, Vlamingen, zoo ge dien naam verdient, geene trouw- of sterfberichten meer in 't Fransch! In deze Regeltjes vindt gij ze kant en klaar in uwe moedertaal! Daarom aarzelen wij geen oogenblik om dat boekje onvoorwaardelijk aan te bevelen. Leeraars en studenten, priesters en geestelijken, advokaten en notarissen, bestierders en bestierden, al die Vlaamsch schrijven wil, zal daar baat bij vinden.’ Menige personen, die de gelegenheid niet gehad hebben het Vlaamsch volgens de regelen te leeren, bevinden zich nu in omstandigheden, dat zij die taal moeten gebruiken. Welnu met het | |||||||||||
[pagina 248]
| |||||||||||
aandachtig lezen van deze Regeltjes zullen zij zich kunnen uit den slag trekken: zij vinden daar alles wat zij noodig hebben, niets min, - niets meer. D.C.
De Belastingen. Handboek ten dienste en gerieve van alle lastbetalers, door Em. Therssen, gewezen hulpbediende in 't bestier der belastingen, thans leeraar in St-Josephsgesticht te Thourout. Een boekdeel in 8o, go bladz., prijs 1,25 fr., 1889, - Brugge, A. Van Mullem, drukker, Geerolfstraat. Hoe dikwijls en gebeurt het niet dat wij van grondlasten, persoonlijke belastingen, patenten, opcentiemen, kadaster, enz. hooren spreken, zonder dat wij echter weten wat al die belangrijke zaken te bedieden hebben? Hoe noodig en is het hedendaags niet wel te kennen al wat er met den kiescijns in verband staat om de kiezerlijsten te keuren en al dien kant geleersd en gespoord ten strijde te tiegen? Hoevele lastbetalers en staan er op hunne lastbrieven niet te staren, die zouden benieuwd zijn om vele zaken te vernemen die hun zoo naar aangaan? Hoevelen en zijn er niet in 't bestier der belastingen, bedienden en patentezetters, die gadinge hebben om bij middel van een bondigen en duidelijken handboek onderricht te worden? Hier kan iedereen voldaan worden, en, ten kleine prijze, dank aan het nieuw en oorspronkelijk werk van den heer Therssen, volledig onderricht bekomen. De handboek handelt eerst over de belastingen in 't algemeen. Dan worden de grondlasten, de persoonlijke belasting en het patenterecht nauwkeurig, in 't lang en in 't breed, in duidelijke bepalingen onderzocht en bekend gemaakt. Het hoofdstuk over het patenterecht geeft ook de beroepstafels der wet van 1819 met al de wijzigingen door latere wetten vastgesteld. In den handboek vindt ge ook uitleg en voorbeelden van eenen lastbrief, van de aangiften der persoonlijke belastingen en van het patenterecht. Het werk handelt ten slotte over de mijnlasten, over de onrechtstreeksche belastingen, de gau- en gemeentelasten. Deze handboek wordt ook bijzonder aanbevolen aan de leeraars der beroepsklassen en de dagbladschrijvers: hij staat hun als stof van oorbare lessen, van nuttige wenken voor hunne lezers ten gerieve. Dank aan den voortgang der vlaamsche Beweging, vervlaamscht het bestier gedurig: het werk van M. Therssen zal ter vervlaamsching der bestierlijke taal niet weinig bijdragen: het is in keurig en verstaanbaar dietsch opgesteld en zal daarom bij iederen Vlaming welkom heeten. | |||||||||||
[pagina 249]
| |||||||||||
Schrijver zou misschien niet ongepast, voor eene tweede uitgave die komen zal, de oude vlaamsche Settingboecxkens raadplegen. J. Claerhout.
Het klooster ter Walle en de abdij van den Groenen Briel. Stukken en oorkonden verzameld en uitgegeven door V. van der Haeghen, archivaris der stad Gent. (Uitgave der Vlaamsche Bibliophilen, 4de reeks, nr 7.) Gent, Ad. Hoste, 1888, in-8o, XVI-370 bl. - Eene nieuwe bijdrage tot de geschiedenis onzer stad, in welke een groot getal ten stadhuize en in andere openbare verzamelingen bewaarde oorkonden in hun geheel zijn weergegeven of in 't kort bekend gemaakt. De oorkonden zijn niet alleen belangrijk voor de geschiedenis der vrouwenabdij van den Briel, welke van het midden der XIVe eeuw tot het 4o jaar der Fransche republiek in wezen bleef, maar ook voor de aloude topographie der stad en vooral van voorname familiën. Door deze uitgave heeft de maatschappij der Vlaamsche Bibliophilen zich ten hoogste verdienstelijk gemaakt. De ijverige verzamelaar heeft gezorgd voor eene beschrijving der Zegels welke gehecht zijn aan de beschreven oorkonden, alsmede van eene uitvoerige tafel van persoons- en plaatsnamen.
Joost Van Vondel's Altaar-Geheimenissen,heruitgegeven door eerw. J. Erkens, professor in 't Klein seminarie te St-Truijden. Eén boekdeel in 12. Te Gent, bij Leliaert, Siffer en Cie. Prijs, fr. 1.50. - Vondel! Deze schrijver is nu meer en meer de aantrekkelijkheid der ernstige nederlandsche geleerden. Welk een machtige dichter dan ook, welk eene vlucht in zijne poësie! Twee zijner dramatische meesterstukken, Lucifer en Joseph, werden onlangs besproken en beoordeeld. Nu is eene nieuwe uitgaaf verschenen van het vermaarde dichtgewrocht ter eere van het H. Sakrament: Altaar-Geheimen. Langen tijd bestond dit gewrocht niet afzonderlijk meer. Professor Erkens heeft het nu uitgegeven naar den keulenschen tekst van 1718, en die uitgaaf is voor iedereen bereikbaar. Nadat Vondel tot het catholicisme bekeerd was, wilde hij ons Altaar-geheim bezingen en dwalingen bestrijden welke het protestantisme erover verspreidde. Nooit was de dichtervorst verhevener, en men neme en leze dit meesterwerk! Gij vooral, studeerende jeugd, baadt u, als 't ware, in deze overheerlijke poësie! Het boek, dat 182 bladzijden beslaat, komt van de pressen der heeren Leliaert, Siffer en Cie, anders gezegd, de druk ervan is bezorgd en keurig, dus ook daardoor aangenaam om lezen. Tot inleiding komt eene studie bewrocht naar het degelijk doch jammer uitverkochte werk van Kannunik Stillemans ‘Les mystères de l'Autel.’
Antwerpen. V. | |||||||||||
[pagina 250]
| |||||||||||
Deux drames du temps des Gueux: Jacques Blommaert ou le triomphe des Gueux à Audenarde (1572). - Jean de Hembise ou la chute des Gueux à Gand (1584), avec notes historiques par l'Abbé Edm. Speelman. - 162 bladz. in-8o. - Gent, S. Leliaert, A. Siffer et Cie. Beide tooneelspelen werden, in 1879, tot stichting en onderwijs der Belgische jeugd opgesteld. De geleerde en vaderlandminnende schrijver weet erin de edelste gevoelens jegens Vaderland, Godsdienst en Huisgezin op te wekken. De optredende personen zijn natuurlijk en getrouwelijk voorgesteld, zooals zij door de Geschiedenis worden afgebeeld. Achter elk stuk komen hoogst leerrijke aanteekeningen, die de verschillige toestanden ophelderen. Deze nieuwe uitgaaf zal te recht welkom zijn in de colleges, om de leerlingen der hoogste klassen tegelijk in de Fransche letterkunde en in de Vaderlandsche geschiedenis te onderrichten, alsook om hen in het uitdrukken der edelste aandoeningen te oefenen.
Gent. L.
‘De onvermoeibare schrijver van de Studiën over Vondel en van Lucifer taal- en letterkundig verklaard, de talentvolle jezuiet P.-A.-M. Verstraeten, heeft een nieuw en prachtig werk in het licht gegeven. Het leven van den hoogeerwaarden pater Petrus Beckx, XXIIen generaal-overste van het gezelschap van Jezus, beslaat niet min dan 572 bladz., groot in-8o. Het werd op goed papier en met overschoone letters gedrukt, en is bij Van Os-De Wolf, uitgever, Antwerpen, Sint-Pieter- en Paulusstraat, 2, aan fr. 3-50 verkrijgbaar. Voor degenen die pater Verstraeten's hooggeachte werken anders dan bij name kennen, zou het overbodig wezen hier een woord over zijnen zuiveren en echt Vlaamschen stijl te reppen. Hun, die zich tot hiertoe het genot ontzegd hebben, zijne “studiën” te lezen, roepen wij toe: koopt het nieuw uitgegeven boek, leest: de sierlijkheid, de vloeiendheid, de eenvoudigheid van den schrijftrant, zullen u meesleepen, u uur en tijd doen vergeten en innig genot baren. Doch die letterkundige genoegens, het vermaak dat men vindt in het verkeeren met beschaafde en verfijnde geesten, zijn het eenige niet welk P. Verstraeten's boek den lezer zal verschaffen. Hij zal eerst en vooral een man leeren kennen, die door zijne deugden en goede werken ons Vaderland eere aandoet, eene der zuiverste paarlen van Vlaandren's eerekroon in deze eeuw, een man die onzen landaard, onze taal en onze zeden wist te schatten. De onheilen door de eerste Fransche Republiek hier te lande gesticht, de gure tijden onder Napoleon, het volksleven, het burgershuisgezin in het begin dezer eeuw, het lijden en strijden van het gezelschap Jezus en van de H. Kerk gedurende de laatste negentig jaren, dat alles wordt vóór de oogen des lezers gebracht. Eene onafgebrokene reeks van oorspronkelijke brieven door | |||||||||||
[pagina 251]
| |||||||||||
's schrijvers kunst aaneengeschakeld en opgeklaard, doet ons in het verleden leven, in de gevaren en de blijdschap onzer ouders deelen. Tot al de liefhebbers van letterkunde en geschiedenis, zullen wij dan zonder aarzelen zeggen: Koopt en leest! verwacht u aan veel en uwe verwachting zal niet te leur gesteld worden.’ Bovenstaande juiste en gegronde beoordeeling van ‘Het Land’ laat niets te bespreken over. Het werk van P. Verstraeten is een gedenkteeken uit kinderliefde eerbiedig opgericht aan een beminden vader, aan een heiligen priester en kloosterling, aan een heldhaftig karakter. Het bewonderend en beminnend hart van den zoon doorademt elke bladzijde. Wie weet voor welke andere eerezuil, later op te richten, dit werk misschien ten grondsteen ligt? Wij, Vlamingen, zijn aan Pater Verstraeten dank verschuldigd dat hij niet aan eene vreemde pen de taak heeft overgelaten, het leven te verhalen van een heiligen, roemrijken man, dien ons Vlaamsch België aan den Godsdienst en de Kerk heeft geschonken. Gelijk ‘Het Land’ schrijft, is het gewetensvol en kundig boek onder opzicht van taal en letterkunde noog te waardeeren. De stijl is keurig en effen vloeiend, nergens gedwongen of gewrongen; het onderwerp brengt meê dat de schrijftrant eerder in wijsberekende nauwkeurigheid dan in verscheidenheid bij levendige afwisseling en beweging zijne verdienste zal vinden. Onze taalschat, met gansch zijnen rijkdom van woorden, ligt den schrijver ten gerieve open. Wij spreken van de algemeene Nederlandsche taal, de taal onzer volledigste woordenboeken; want taal-particularist is hij ten geheele noch ten deele; zijne pen is Vlaamsch meer door wending en stijl dan door zegswijzen en woordenkeus; want, ja, de Hollandsche uitdrukking kan wel eens aangetroffen worden waar men de Vlaamsche verwachtte: een spaak in 't wiel; in Oostvlaanderen: een stok in 't wiel steken... Bij de historische aanteekeningen van ‘Het Land’ kan nog gevoegd worden volgende bemerking: in geen ander historisch werk wordt klaarder licht gespreid over de sluwe staatkunde en over het verraderlijk geweld van Italië tegenover de pauselijke Staten... En, tusschen al wat dreigt en instort, zien wij den hoogeerwaarden P. Beckx in grootsche kalmte gebeeld, - Impavidum ferient ruinae De eerste uitgave zal niet alleen blijven staan: voor de tweede zorge de Z.E. Schrijver eenige drukfeilen weg te nemen: bl. 149: hoofstad; bl. 163: voor(v)al; bl. 49: lsetmaal; enz. Eenige uitdrukkingen kunnen wat hoog opgevat voorkomen bij aangelegenheden van minder belang of in weinig ingewikkelde toestanden: ‘zoo stond hij tusschen twee vuren’, ‘was volkomen juist...’ (Bl. 223; bl. 5.) Laat de vertaling den schrijver eenige vrijheid, zoo vermijde hij rhijthmus en rijm, als in den aanvang van eenen brief (bl. 207): hoe brandt mijn hart, van leed en smart... | |||||||||||
[pagina 252]
| |||||||||||
Op volledigheid, op juiste afmeting van plan en verdeeling, op belangwekkend verhalen en voorstellen, mag ‘het Leven van Hoog Eerw. P. Beckx’ zonder laatdunkendheid bogen. Wij worden te weinig gewend gemaakt aan prozawerken van omvang, van zelfstandigen arbeid, innerlijke waarde en ernstigen inhoud, om niet het werk van P. Verstraeten te begroeten als een zeldzaam verschijnsel in onze letterkunde, waarbij vooral de hooge letterkundige verdienste ons verblijden mag. Dr H.C.
- Wij hebben ter beoordeeling ontvangen: Voor Vlaanderland, ter eere van Coremans en zijne trouwe medewerkers, door Baldwin, verschenen ter drukkerij S. Leliaert, A Siffer en Co en uitgegeven ter gelegenheid van het huldefeest, dat te Antwerpen gevierd werd. Dit werk, prachtig en op stevig papier gedrukt, is versierd met de portretten der twee Vlaamsche kampvechters, Edw. Coremans sn de Laet, aan welke wij de tot nu toe verkregene taalwetten verschuldigd zijn. Het maakt een boekdeel uit van 51 bladzijden. Het eerste deel van het boek, dat, achter den schijnnaam van Baldwin, eenen jongen veelbelovenden dichter verduikt, bevat een aantal gedichten, tintelend van warme vaderlandsliefde en echt Vlaamsch gevoel, opgedragen aan de twee voormelde Vlaamsche strijders. Onder deze bevalt ons vooral het stuk getiteld Recht en Rede, waarin met tegenstellingen en onmogelijkheden op bevallige en echt dichterlijke wijze den draak wordt gesteken. Langer kunnen wij hier over die gedichten niet uitweiden; zeggen wij, in 't kort dat zij allen eenen echt poëtischen geest ademen en eene geoefende pen verraden. Vervolgens hebben wij de flink geschetste en welgelijkende portrettren van den Vlaamschen held Coremans, den O'Connel der Vlaamsche zaak en De Laet, den oudsten aanleider, den Nestor der Vlaamsche beweging. Eindelijk, het nuttige bij het aangename parende, geeft het boek ons den tekst der Vlaamsche taalwetten. Dit is zooveel te nuttiger daar de tekst dier wetten waarvan iedereen spreekt bijna nergens te vinden is. Het geeft ook de namen op der Volksvertegenwoordigers en Senators welke voor en tegen Coremans wetsvoorstel hebben gestemd en van die welke zich bij de stemming onthouden hebben of afwezig waren. Het boek wordt verkocht ten prijze van 50 centiemen per exemplaar. Wij wenschen het van harte eenen goeden aftrok.
Omstandig verhaal van het Lijden van Jesus-Christus en van de Smarten van Maria, volgens de HH. Evangeliën, met Godvruchtige Overwegingen en Gebeden, door den H. Alphonsus de Liguori, Kerkleeraar, vertaald door Pater H. Theelen, Redemtorist. Gecartonneerd fr. 1,60, linnenband fr. 1,80. - St. Augustinus drukkerij, Brugge. | |||||||||||
[pagina 253]
| |||||||||||
Met de meeste voldoening kondigen wij, bij het naderen van den Vasten, dit voortreffelijk werk aan, getrokken uit de talrijke en zóó zalvende schriften van den H. Alphonsus, Kerkleeraar.
Catechismus of christelijke leering. Geïllustreerde uitgave. Prijs fr. 0,25. St. Augustinus drukkerij, te Brugge. Den catechismus, het belangrijkste boek voor de jonkheid, in de oogen van het kind verheffen en er voor zijne hoogachting winnen, is zonder twijfel eene zaak van de grootste aangelegenheid. Dit gedacht heeft de St-Augustinus Maatschappij aangezet om aan hare catechismussen al de pracht te geven welke men voor zulke boekjes kan wenschen: klare druk, schoone letter, kloek papier, houtsneden en verscheidene andere versiersels. De groote bijval welken deze nieuwe catechismussen genoten hebben sedert hunne verschijning heeft toegelaten de lage prijs te behouden welke vereischt wordt voor boekjes van deze soort.
Davidsfonds. - De verschillige afdeelingen waren talrijk vertegenwoordigd op Coremans' feest te Antwerpen. De afdeeling Vilvoorde gaf op 24 Februari eene schoone vertooning met Deugd en laster, De spotvogels en Het testament van Oom Jan. Kortrijk hield op den zelfden dag een concert-voordracht waarin M. Ad. Verriest het woord voerde over Coreman's wet. - In hare zitting van 7 Februari heeft de Gentsche afdeeling besloten:
Verder, schrijft men ons uit Borgerhout: - Het moet den lezers van het Belfort aangenaam zijn, hier bijna maandelijks een bewijs te vinden van de levenskracht en aanhoudenden iever der Borgerhoutsche afdeeling. Op 18 Februari gaf zij alweer een toon-, tooneel- en letterkundig avondfeest. De Burgerszonen zongen twee koren; de heeren Rosseels en Verhulst elk een kluchtlied, terwijl de heeren Thees voor hun deel een schoonen tweezang uitgalmden. M. Ex zong twee liederen, | |||||||||||
[pagina 254]
| |||||||||||
Onze Moedertaal en Mijn Vlaanderen heb ik hartelijk lief! en dit zoo zwierig en zoo krachtig tevens, dat het degenen moest beschamen die beweren dat Vlaamsche zangkunst onmogelijk is. De jonge heer Van den Bosch speelde op de viool, met begeleiding op het klavier door zijnen leeraar Em. Wambach, twee lieve stukskens die dapper wierden toegejuicht. De eer van den avond kwam eventwel toe aan M. Verhulst met zijn Hout en Stroo, waaruit hij zulke schoone toonen en aria's wist te kloppen, dat het oprecht vermakkelijk was. M. Suetens droeg meesterlijk de Echtscheiding voor, een aandoenlijk stuk dat menige traan deed perelen. De voordracht wierd gegeven door M. Winkler. Hij handelde over de landverhuizing, deed den toestand in de verre landen kennen en deelde eenige wetensweerdigheden daarover mede. Door M. Vermeylen wierd den leden herinnerd, dat het feest voor het onthullen van het borstbeeld van David nagenoeg in regel is, maar dat er veel geld zal voor noodig zijn. Hij deed daarom een beroep op de mildheid der leden, en 't is te hopen dat dit beroep niet vruchteloos blijven zal, wanneer men bedenkt dat Borgerhout alleen voor de feesten van Coremans voor een tiende der kosten, - die op 7000 frank waren geschat, - heeft ingeteekend. De avond wierd gesloten door een nieuw kluchtspel van M. Rosseels, die reeds vele diensten aan het Davidsfonds heeft bewezen. Sehoenmaker, blijf bij uwen leest, - aldus luidt de titel, - wierd gladweg gespeeld en oogste de toejuichingen der aanhoorders herhaaldelijk in.
K. VI. Academie. - Zitting van 19 Februari 1889, onder voorzitterschap van M. Hiel. De heer Voorzitter wenscht welkom aan den heer van Even als werkend lid gekozen, waarop deze in keurige en welsprekende bewoordingen bedankt, er eenige beschouwingen bijvoegende omtrent de harmonie die bestaat tusschen de zingende en de beeldende kunst. De heer Stallaert brengt hulde aan de heeren Génard en Mathot, voor hunne ieverige medewerking in de vereering van den gekenden geschiedschrijver Torfs, wiens gedenkteeken onlangs op het Kielkerkhof te Antwerpen is opgericht geworden. De heer Hanssen, schoonzoon van Torfs, voegt er ook den naam bij van dichter Em. Hiel, die, te dezer gelegenheid, een roerend gedicht vervaardigde, waarin hij de uitstekende hoedanigheden bezong van den geleerde welken men zoo waardig heeft herdacht. Ter gelegenheid van het 70 jarig jubelfeest van den grooten dichter Klaus Groth, te Kiel, die buitenlandsch lid is der Koninklijke Vlaamsche Academie, zal aan den grijzen feesteling een adres van gelukwensching gezonden worden. Het bureel zal echter voorafgaandelijk het gouvernement raad- | |||||||||||
[pagina 255]
| |||||||||||
plegen, om te weten of het niet wenschelijker ware, dat gemeld adres door een lid der Academie, eigenhandig den grooten Klaus Groth, werde aangeboden. Hoe de Vlaamsche Academie het hare zal bijdragen tot de oprichting van het standbeeld van dichter Prudens Van Duyse in zijne geboortestad Dendermonde, zal in eene latere zitting beslist worden. De prijsvragen voor 1889, worden vastgesteld en luiden als volgt:
Vlaamsche belangen. - Over eenige dagen kondigde het Land, van Brussel, de tijding aan, dat er in het Ministerie van binnenlandsche zaken een aantal benoemingen gingen gedaan worden, maar dat daarbij weeral het Vlaamsch bureel zou vergeten zijn. Wij konden het moeilijk gelooven, en toch - de Moniteur bevestigde, enkele dagen nadien, de slechte tijding. Bevorderingen zijn gedaan, bureelhoofden zijn tot afdeelingsoversten benoemd, zelfs zulke, die volgens de bestuurlijke gebruiken op zulke gunst niet konden rekenen - alleen het Vlaamsch bureel bleef zonder afdeelingsoverste. Waarom? Het tegenwoordige bureelhoofd is een man van uitstekende verdienste, niet alleen als letterkundige en dichter, maar hij moet ook bij het bestuur gunstig aangeschreven staan. Zonder de bekwamheden van de nieuwbenoemden eenigszins te willen in twijfel trekken, vragen wij ons af welke titels voor deze méer konden ingeroepen worden dan voor den heer J. van Droogenbroeck. Het Vlaamsch bureel, in het Ministerie, hangt nu af van oversten, die met de Vlaamsche zaak hoegenaamd niet bekend zijn; de plaats opengevallen door het afsterven van den heer Delcroix, wordt niet vervuld. Er is een afdeelingshoofd, ja een bestuurder voor de Fransche letterkunde - voor de Vlaamsche is er niet eens een afdeelingsoverste! Is dat rechvaardig? Is dat redelijk? Is dat de begeerte en de wil van den heer De Volder? Is dat de vertolking der zoo dikwijls uitgedrukte, eilaas zoo weinig waarlijk bewezene sympathie der regeering voor de Vlaamsche letterkunde? | |||||||||||
[pagina 256]
| |||||||||||
Twee der nieuwbenoemden hebben hunne bevordering bekomen ten persoonlijken titel; welnu, als er, in de ministerieele bureelen, een man is, wien dergelijke gunst mag toegekend worden, het is zonder twijfel de thans nog ondergeschikte overste van het Vlaamsch bureel. Wij zouden weleens willen weten, wat de Fransch-Belgische schrijvers zeggen zouden, indien het beheer der zaken, in verband met hunne taal en letterkunde, eenen Vlaming wierde toevertrouwd, die niets daarvan kent... Welnu, even ongerijmd, even onduldbaar is het, dat het Vlaamsch bureel afhange van personen, die in alle andere zaken best tehuis kunnen zijn, maar niet in staat een eigen gegrond oordeel uit te brengen over de Vlaamsche aangelegenheden, hun gansch vreemd. Wij hebben eenen te goeden dunk van den heer De Volder om niet vastelijk te hopen, dat hij dien onnatuurlijken toestand, tot welken de Vlaamsche belangen door de laatste benoemingen in zijn departement veroordeeld zijn, niet zal laten bestaan.
Volksleven. - Er komt ons goed nieuws uit de Kempen. Eenige kloeke en vurige taalminnaars hebben besloten een tijdschrift uit te geven in den aard van ‘Volk en Taal’ en van ‘'t Daghet in den Oosten’. Zij gaan ons Antwerpen en Brabant doen kennen met al wat die streken eigen hebben in woord en lied, huiselijk en innig geloof en zeden. Goeden moed, mannen! en vooruit! Het tijdschrift, ‘Volksleven’ getiteld, kost maar 1,50 fr. 's jaars, en verschijnt alle maanden in afleveringen van 8 bladz. in-8o. Men kan inteekenen bij Joz. Cornelissen te Sint-Antonius (Brecht).
Het Katholiek Onderwijs, maandschrift voor Katholieke Volksscholen voor Vlaamsch België, onder het bestier van professors der Bisschoppelijke Normaalschool te St.-Niklaas. (Bij de uitgevers dezes.) Prijs per jaar fr. 5,00. Dit tijdschrift gr.-in-8o verschijnt maandelijks met 48 bladz. druks. Dank aan zijne talentvolle opstellers en de hulp van practische en theoretische medewerkers die het de eer en het voordeel heeft te bezitten, is het met zijne voorbereide lessen en allerlei schoolnieuws, een ware gids en raadsman voor de onderwijzers en voor al wie belang stelt in het onderwijs. Bij elke aflevering is er een bijvoegsel muziek in noten- en in cijferschrift en eene teekenles met figuren. Thans beleeft dit nuttig en aanbevelenswaardig tijdschrift reeds zijn 10de jaar en wint steeds in bijval, sprekend bewijs dat het zijn goeden naam overwaardig is. |
|