Het Belfort. Jaargang 1
(1886)– [tijdschrift] Belfort, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 674]
| |||||||||||||
Vlakke Driehoekkunde met toepassingen en voorbeelden, benevens een lijste van meetlijnen en vertaling der kunstwoorden, door A. De Visschere, leeraar in de bisschoppelijke Normaalschool van Thorhout. Brugge, boekdrukkerij Verbeke-Loys, Wulfhagestraat, 12. 1886.IK ben gelukkig in 't Belfort den eersten Vlaamschen boek van Trigonométrie of Driehoekkunde aan te kondigen en aan te bevelen aan al dezen, die de vervlaamsching van 't onderwijs en in 't bijzonder van de wiskunde ter herte nemen. De taal is nieuw. Ze is zuiver Dietsch. De schrijver heeft gepoogd in 't Vlaamsch de zaken zoo verstaanbaar mogelijk te maken. Vele boeken van wiskunde zijn Vlaamsch in den schijn, maar de lezer krijgt gestadig fransche en duitsche woorden onder de oogen. Volgens de meening van M. De Visschere en zijne medeleeraars uit West-Vlaanderen, die de kunstwoorden der wiskunde vertalen, volgens de meening der opstellers van den Student, die dezelfde benamingen aan hunne duizende lezers van al de Vlaamsche gauen bekend maken, is het niet noodig de wetenschappelijke taal te verdietschen met den uitslag van eene onnederlandsche brabbeltaal te scheppen. De taal is nieuw. De schrijver en dwingt niemand ze te aanveerden. Hij beveelt ze aan de vrije keuring van eenieder. Er komen ook verdietschingen in 't volgende werk: De Woordenleer der Vakken van het Middelbaar Onderwijs, door R. Stals, bestierder van 't college en de middelbare school van Diest. Brussel Callewaert 1886. Laat ons eenige benamingen vergelijken:
| |||||||||||||
[pagina 675]
| |||||||||||||
De leerwijze is ook eenigszins nieuw: bijna al de werken van Driehoekkunde steunen op de stelkunde, eene wetenschap waarin vele studenten blijven steken. Vele nuttelooze leesten of formules wierden hier van kant gelaten, zonder dat er iets noodzakelijks ontbreekt of de kracht van 't bewijs geschonden wordt. Ik zal hier twee leerstellen mededeelen, die op eene nieuwe wijze betoogd worden. 't Zal ter zelfder tijde een staalke zijn der wetenschappelijke tale van dit werk: ‘In allen vlakken driehoek is de somme van twee kanten tot hun verschil, gelijk de raaklijn van de halve som der tegenoverliggende hoeken tot de raaklijn van 't half verschil dier hoeken: no 32.’ ‘In allen vlakken driehoek is de hoekmaat van de helft eens hoeks gelijk aan den vierkantwortel eener breuk, met de opbrengst der overschotten van den halven omtrek op iederen aanpalenden kant tot teller, en de opbrengst dier twee kanten tot noemer. no 35.’
J. Claerhout. | |||||||||||||
Vlaamsche Versbouwkunde, door den eerw. heer H-.L. van Wezemael, leeraar aan het bisschoppelijk College te Ronse. Ronse, Vanden Daele, 1886, 39 bl. in-12o.POETA nascitur, non fit, is zeker eene onomstootbare waarheid. Men wordt dichter geboren; de inbeelding, het gevoel, de kracht om de beelden, die in het brein ontstaan, frisch en levendig voor te stellen, in zangerige taal weer te geven, dat is het werk der natuur, of liever eene godsgave, die aan weinigen gejond wordt. Toch is het noodig die gave te oefenen; voor de dichtkunst zijn ook vormen in acht te nemen: zij is, gelijk elke andere kunst, aan wetten onderworpen, die men gehoorzamen moet wil men ooit de volmaaktheid nabij komen. Vandaar dat men in de gestichten van middelbaar onderwijs, waar men prijs stelt op eene verzorgde letterkundige opvoeding, de Versbouwkunde leert, die zoo wel van nut is aan den met dichterlijk genie geboren jongeling als aan dengene, die enkel uit liefhebberij zich op het verzen maken toelegt. In het klein handboekje, welks titel hooger weergegeven is, handelt de Schrijver opvolgendlijk over den toon, de maat, de onderscheidene versvoeten en verssoorten, de stemrust in het vers, de snede, den overloop of oversprong der verzen, het rijm, | |||||||||||||
[pagina 676]
| |||||||||||||
de rijmlooze verzen, de schikking der rijmen en verzen, de dichterlijke vrijheden, de versmaat der ouden. Elke opgegevene regel is gestaafd door éen of meer voorbeelden, die over het algemeen zeer goed gekozen zijn uit de werken van tal onzer beste dichters. Men vindt er ook eene goede lijst van poëtische woorden, die den leerling in zijne oefeningen te stade zullen komen tot bereiking van den verheven toon. De Vlaamsche Versbouwkunde is volop aan te bevelen en wij wenschen ze te zien invoeren in al onze gestichten van middelbaren graad. Dichters, gelijk wij hooger zegden, zal zij niet maken, maar zij kan bij al de scholieren de zucht doen ontstaan om onze oude en nieuwe dichters te lezen, en hun daardoor lust en liefde geven voor de studie der fraaie letteren.
P. |
|