De bekeeringe Pauli

Epiloog

EERSTE DISCIPEL

 

Laet ons tHeeren woort bat sijn gade slaende,^843.

 

Want tis smenschen leuen, soo Mattheus betoont,^844.

845

Welck Woort onser aller misdaet is wtplaende.^845.

 

Dus elck toch des anders gebreken verschoont^846.

TWEEDS DISCIPEL

 

Ter eeren van Hem diet al heeft geloont,

 

Soo dat wy met Saulo meugen bekeeren,

 

In wien Godts geest heeft vierich gewoont,

850

Neerstich synde om Godts woort te vermeeren.^850.

EERSTE DISCIPEL

 

Laet ons Godt niet wederstaen, maer altijt eeren,

 

Als Hy ons roept in onser conscientien,

 

Maer als Saulus bekennen ons sondige seeren,^853.

 

Schouwende alle valsche inuentien.^854.

843. Laet ons: staat op hen die bij de vertoning van dit spel aanwezig zijn, en niet op de tijdgenoten van Paulus. Dit blijkt duidehjk uit bet perfectum in v. 849; bat: beter

844. Niet Mattheus heeft dit expliciet geschreven, maar Johannes, cfr Joh. 6:63 (Vulg. 64), 68 (Vulg. 69)

845. Woort: hier Christus; wtplanen: uitwissen

846. verschonen: verontschuldigen, vergeven

850. synde: staat bij Saulo v. 848; vermeeren: hier: verspreiden

853. seeren: hier wel: kwaal

854. schouwende: schuwende, vluchtende; inuentie: verzinsel.

[p. 99]

TWEEDE DISCIPEL

855

Eerweerdige heeren hier nu in presentien,^855.

 

Heeft ons de sonde verblint midts vyants rade,^856.

 

Laet ons met Saulo gaen in penitentien,^857.

 

Godts woort ontfangen, en bidden om genade.

EERSTE DISCIPEL

 

Roepen wy tot Christo^859.

TWEED DISCIPEL

 

eert wort te spade,

860

Dat Hy ons versade met synder spijsen.

EERSTE DISCIPEL

⁺

 

Heere, wilt ons met Saulo gratie bewijsen

 

Op dat tvijants ingeuen in ons mach worden gedoot.^862.

TWEEDS DISCIPEL

 

Want die met u niet vergaert,^863.

EERSTE DISCIPEL

 

die verstroyt

 

Als dwasen benoyt // in alle wegen // nu.^864.

TWEEDS DISCIPEL

865

Die met u met en is,^865.

EERSTE DISCIPEL

 

die is tegen u.

 

Sulckx sondich plegen nu, Heere, van ons weirt.^866.

855. in presentien: aanwezig

856. midts vyants rade: door de ingeving van de duivel

857. gaen in penitentie: berouw verwekken, boete doen

859. eert: eer 't; spade: laat

+ 56^v

862. tvijants ingeuen: de ingeving, inspiratie van de duivel, d.i. de bekoring. Voor de vorm tvijants zie aant. bij v. 505.

863. vgl. Matt. 12:30

864. dwasen: slaat op die v. 863, maar stemt er niet mee overeen in getal; benoyt: in (geestelijke) nood verkerende (doordat zij van de waarheid afgedwaald zijn); in alle wegen: staat bij verstroyt v. 863 in alle richtingen; nu: stoplap. Het gehele v. kan beschouwd worden als een stoplap uit rijmdwang

865. vgl. Matt. 12:30

866. sulckx sondich plegen: het bedrijven van dergelijke zonde; weiren: afweren.

[p. 100]

TWEEDE DISCIPEL

 

Allen uws woorts veruolgers^867.

EERSTE DISCIPEL

 

oft die U onneere begeirt,

 

Als Paulus haeren geest vercleirt // met u lichte,

 

Op dat uwen naeme^869.

TWEEDE DISCIPEL

 

en eere in ons niet en swichte,

870

Maer dat elck stichte // u woort vruchtbaer groeyende.^870.

EERSTE DISCIPEL

 

Tgene dat wy nu, Goublomkens, ons syn moeyende,^871.

 

Dats ter eeren Godts en u alien int gemeene.^872.

TWEEDE DISCIPEL

 

Nemet wel van ons, dear Godts liefde bloeyende,^873.

EERSTE DISCIPEL

 

Tgeen dat wij, Goublomkens, ons nu syn moeyende.

TWEEDE DISCIPEL

875

Tcompt wt een vierich hertte gloeijende,^875.

 

Den sondaer tot berou syns leuens onreene.^876.

867. Uws woorts:voorwerpsgenitief

869. swichten: teioorgaan

870. stichten: vestigen, wortel doen schieten (nl. door Christus' leer te beoefenen en te verspreiden)

871. Hetgeen waarvoor wij, leden van de Goudbloem-kamer, ons thans inspannen. Tgene slaat op de inhoud van v. 870, en wordt tevens nader toegelicht door v. 872. Vv. 871-878 vormen een rondeel met een geringe afwijking in vv. 871, 874, 877.

872. en u allen: dat., en voor u allen. Men kan het ook opvatten als horende bij ter eeren, maar dan moet van onderverstaan worden: ter ere van u allen.

873. nemet: neem het aan, aanvaard het

875. gloeijende: nl. van christelijke liefde

876. tot berou: onderverstaan: brengende, strekkende; syns leuens: over zijn leven.

[p. 101]

EERSTE DISCIPEL

 

Tgeen dat wy, Goublomkens, ons nu syn moeyende,

 

Dats ter eeren Godts en u allen int gemeene.

 

Beuolen blyft Iesus van Nasareenen.^879.

Finis

lanck 952 regulen

879. lanck 952 regulen: de copiïst bedoelt de z.g. schrijfregels, waarvan het aantal natuurlijk niet overeenstemt met dat der versregels, aangezien sommige vv. over twee regels verdeeld werden. Het aantal 952 klopt evenwel niet; ik telde te tweemaal toe 959.

870. elok; wo[*o*]rt.

879. 1. 952 reg.